Voor de meeste mensen heb ik het geheim gehouden, maar ook ik kon het niet laten om aan een nieuwe char te beginnen. In de tussentijd heb ik haar geschiedenis,karakter en uiterlijk volledig uitgewerkt, maar zoals vaak heb ik een tegenspeler nodig om haar verleden uit te spelen. Daarnaast kan van alles wat in de geschiedenis past er nog bij gedaan worden. Dus ik heb graag jullie hulp voor het uitspelen, en eventueel verfijnen van haar verleden.
Sokkepoot is een buckskin roan. Wat je kan vergelijken met een blue roan maar dan in plaats van de zwarte kleur de valk kleur. Ze heeft een smalle bles met een haak naar rechts. Ze heeft korte sokken op haar rechter achterbeen. Daarnaast zijn haar manen twee-kleurig. En heeft ze de heldere ogen van haar moeder. Een prachtige lichte blauwe kleur.
Sokkepoot is een merrie die vooral erg hard is, tegen zichzelf, maar ook tegen andere. Ze wil niet behandeld worden als kwetsbaar of soft. Al denkt ze zo wel over zichzelf. Sokkepoot neemt snel alle schuld op zich. Zo ziet ze zichzelf als moordenaar omdat haar veulen dood is geboren. Ze kan zich snel irriteren aan hengsten die proberen te slijmen en paarden die haar zien als een kwetsbare merrie of haar behandelen als een gek. Maar daarnaast ik ze altijd eerlijk en rechtvaardig wanneer het nodig is. Wanneer ze iemand in haar hart toelaat, wat niet snel is, zal ze deze nooit laten gaan.
Ik weet veel van mijn verleden. Elk detail blijft in mijn hoofd hangen. Misschien dat het daarom zo vreselijk is. Maar van mijn moeder weet ik nog maar weinig. Ik weet haar spierwitte vacht, helderblauwe ogen maar met zo’n hatelijke blik erin. Mijn enige souvenir aan mijn moeder is mijn naam, Sokkepoot. Ze heeft me als een ‘ongelukje’ gezien. Een grote fout van haar leven. Maar één ding vergeet ik nooit. Haar naam: Delaney
Ik werd diep midden in de nacht geboren, onder het licht van enkele vuurvliegen die als lantaarn zijn werk deed. Ik was hopeloos, zwak en klein, zoals ik mijn vader vaak heb horen zeggen. Ik zocht hoopvol naar warmte, vertrouwen, de stem die ik altijd heb gehoord in haar buik. Maar ik kreeg enkel een ruwe duw van haar af. Bibberend in de kou van de nacht lag ik daar. De volgende morgen vertrok ze, dat was dan ook de laatste keer dat ik haar zag, nooit heb ik haar meer gezien. Ik neem haar veel kwalijk, jaren heb ik als een stuk vuil geleefd, enkel door haar, of tenminste zo dag ik dat.
Mijn vader voedde me met tegen zin op. Hij was ruw, bot kortaf. Ik heb hem nooit echt als een vader gezien. Meer als een strenge leraar. Ik moeste nare dingen voor hem doen. Werd gebruikt voor elk naar karweitje. Maar daar tegen over stond zijn wijsheid die hij aan mij overbracht. Ondanks al het nare wat hij me gaf heeft hij wel de tijd genomen me tot een nette merrie op te voeden. Mijn moeder daar in tegen niet. Ik keek elke dag weer naar de veulens die trots naast hun vader liepen. Een trotste op hun lippen. Ik besef me dat mijn verlangen naar een vader persoon groot was. Maar ondanks dat neem ik hem niet veel kwalijk. Hij heeft gedaan wat hij moest doen, misschien niet op de beste manier, maar hij deed het. Ik heb nooit begrepen wat ik fout heb gedaan. Ik ging er dus maar gewoon simpelweg vanuit dat een veulen niet zijn keus was.
Toen ik twee was duwde hij me ruw van zich af. Zijn koude stem sprak woorden uit die altijd nog precies zijn blijven hangen.
”Ik heb je niets meer te leren. Vertrek! Ik wil je hier niet!” Ik wist dat hij niet val me hielt, dat hij niet om me gaf. Maar toch kwam het hard aan. Ik had zo mijn best gedaan en dan werd je simpelweg weggestuurd. Het was pijnlijk en hard, maar misschien was het beter. Ik zei niets, draaide me om en liep weg.
Ik sloot me aan bij een kudde na weken rondtrekken. Maakte vrienden en eindelijk begon het leven weer wat beter te gaan. Maar het ging mis wanneer ik hem zag. Zijn lichaam groot, en sterk. Zijn ogen diep en trouw. Zoals elk paard het ooit wel meemaakte werd je letterlijk verblind door liefde. Wanneer hij bekende dat het wederzijds was leek ik vleugels te hebben. Al het nare zal goed komen. Ik zal oud worden met hem. Zo dacht ik de toekomst uit. Maar het liep anders.
Hij dekte me in het voorjaar. Alles leek perfect. Binnenkort zou ik een aandenken hebben aan mijn schat. Maar een paar maanden na de dekking nam hij me mee. Hij wilde me wat prachtigs laten zien. Nam me mee op een wandeling in de bergen. We moesten langs een smal paadje, het was vreselijk. Ik stond te trillen op mijn benen, maar hij beweerde dat me niets zou gebeuren. Maar toen... De stenen onder mijn hoeven gleden weg. Door mijn val brak het pad af. Ik viel de vreselijke diepte van het ravijn in. Ik weet nog de klap wanneer ik de grond bereikte. Overal in mijn lichaam gierde de pijn. Ik hoorde angstig gehinnik van boven. Deed mijn best te antwoorden maar het lukte niet, niet hard genoeg. Na enkele uren stopte het. Hij liep weg: Liet mij voor dood achter.
In de weken die volgde deed ik mijn best te herstellen maar mijn gedachtes waren er niet bij, ik dacht enkel aan hem, hoe kon hij me zomaar achter laten. Het was vreselijk. Mijn wonden herstelde goed. En al snel voelde ik me goed genoeg om terug te lopen naar de kudde. Zwak liep ik in de richting van waar ze waren. Ik was benieuwd op de reactie van hem. Hoe hij me zou knuffelen, zou zeggen hoeveel het hem spijt. Maar toen ik hem was zag ik hem, hij was niet alleen. Hij dekte een merrie, een andere merrie. Mijn hele wereld stortte letterlijk in. Ik rende weg met de tranen in mijn ogen. Weken rende ik. Enkel om niet aan hem te hoeven denken, en hem NOOIT meer tegen te komen. Wat hij haar had geflikt was bijna net zo erg als wat mijn moeder heeft gedaan. Misschien zelfs erger aangezien ik geen band had met mijn moeder, dus het geen echt verdriet was.
En om het nog erger te maken kreeg ik een dood geboren veulen. Mijn laatste souvenir aan de knappe hengst was weg. Mijn laatste herinnering aan de positieve tijd in mijn leven was plotseling verdwenen. Een schuldgevoel hoopte op mijn lichaam. Als ik niet mee was gegaan met hem had het veulen misschien nog geleefd. Ik hem vermoord met mijn val. Ik ben een moordenaar.
Ik kwam aan in BMH en hoop daar een nieuw bestaan op te bouwen, nog een keer.
Mijn naam was precies als mijn leven, nutteloos, zwak. Het was de perfecte naam, de beste naam die mijn moeder me kon geven. Het enige waar ik haar op dit moment dankbaar voor ben, en naam die mijn waarde vertelt.
Vader ~
Ik zoek onder andere de vader van Sokkepoot. Delaney zou hem verleid hebben. Sokkepoot werd geboren en Delaney dumpte hem bij hem. Met tegenzin moest hij Sokkepoot opvoeden.
De hengst ~
Hierbij gaat het dus om de hengst die haar dekte en haar liefde. Hij hield echt van haar maar wanneer ze viel en hij geen antwoord kreeg ging hij er van uit dat ze was overleden door de klap. Om zijn verdriet te vergeten verleidde hij merrie's.
Anders ~
Ik sta open voor eventueel wat anders, dan graag reageren met je idee.
**When you want everything in English please send pm ;3