|
|
| I'm not a stranger, no I am yours ~ | |
| Auteur | Bericht |
---|
Banaan
Profile Number of posts : 1356 Status : Active
Contact | Onderwerp: I'm not a stranger, no I am yours ~ zo 20 jan 2013 - 14:24 | |
| De wind waaide als een gure dronkenlap over de Ferelden, maakte slachtoffers in de insectenpopulatie van dit gebied. De grote hengst blies dampende wolken stoom uit, langzaam vooruit komend door de vele sneeuwvlokken die in zijn knappe gezicht waaiden. Zijn blik kruiste de grond onder hem, bleef daar om zo min mogelijk belast te zijn met de sneeuw. Vreselijk weer was dit, deze sneeuwstorm. Het eens zo mooie Ferelden was niets meer dan een wit landschap omringd door een wazige, witte gloed. Je zag geen hoef voor ogen hier. Bij wijze van spreke dan. Vestival had nog het geluk dat hij over enkele tientallen meters zicht beschikte. In tegenstelling tot van die kleine Shetlanders, die bijna tot aan hun neus in de sneeuw wegzakte. Die arme kleine stakkers toch. Toch konden die beestjes beter overleven in dit ongure weer dan grote Arabieren. Niet dat de jonge hengst een Arabier in zijn familie had voor zover hij wist.
Door zijn onoplettendheid botste Vestival bijna tegen een plots opgedoemde boom. Op het nippertje wist hij die nog te ontwijken en aan een lelijke botsing te ontkomen. Door dit bijna-ongeval ging de hengst beter uit zijn doppen kijken. Van stap schakelde hij over naar een krachtige, sierlijke galop. Zijn grote gedaante leek door zijn aftekeningen half in de sneeuw te zijn gedoopt. Best grappig, leek hij net een Shetlander of zo'n ander ponygeval. De lange, dikke staart wapperde achter de hengst aan als een vaandel die gedragen werd door de dienaar van een koning.
Naarmate zijn reis door het dichte woud van Blue Moon Horses vorderde begon de sneeuw hem steeds meer te irriteren met de minuut. Waarom had Moeder Natuur ook alweer sneeuw uitgevonden? Licht geërgerd door de plotseling bomen die opdoemden, zette hij koers naar een beschut plekje, verwijderd van de gemene sneeuwstorm. In dit weer overleefde niemand lang, zelfs Ves niet. Dankbaar voor het beschutte plekje die Moeder Natuur hem had geschonken schudde hij zijn besneeuwde vacht uit. Meteen kwam zijn donkere vacht weer tevoorschijn. Zijn blauwe en bruine oog bekeken goedkeurend het knusse plekje. Hier kon hij wel enkele uren blijven. Wat Vestival niet wist, was dat hij deze plek spoedig met een ander moest gaan delen..
OOC: Alleen Bo. Je mag zelf weten wie van je chars reageert (:
|
| | | Bo
Profile Number of posts : 2551 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ di 22 jan 2013 - 19:04 | |
| | Faylice ~~~~~
Faylice stapte moedig door, de sneeuwvlokjes die voor haar neus opdoemde liet haar hoofd bewegen om ze te ontwijken. Veel ontwijken was er niet aan, de merrie was helemaal wit geworden waar ze anders roanpaars was, bijzondere kleur, vooral omdat haar ogen zo blauw waren als de blauwe maan haarzelf. Ze huiverde, de blauwe maan had net haar volle glorie dagen gehad, maar nog steeds hoorde ze de angstige merrie's, hengsten en veulens door haar hoofd heen galmen. Ze had zich schuil gehouden in de grotten, waar ze alleen doodsangsten uitstond.
Het gerucht van haar vader was iets wat haar nu nog steeds deeds huiveren, elke gedachte die daaraan gewijd ging, liep er een rilling over haar rug. En ja, ze had hem gezien, gehoord. Haar bloedeigen vader was zelf een schim. Het maakte haar bang, bang dat ze diep van binnen ook een schim was, gedeprimeerd was ze zowiezo wel, haar moeder was weg en haar vader een gruwelijk monster. Waarvoor zou ze nog leven? Ze had zin om zich van de klippen te werpen.
Met een felle draf zet ze haar gang voort. Tot er een hengst in haar blikveld verschijnt, zin om te praten had de merrie wel dus begon ze het gesprek maar. Haar treurige blik was niet uit haar ogen verjaagd. Ze wou verder, maar het kon niet, het bleef aan haar knagen. "H.. Hallo?" Begon ze angstig het gesprek, ze hoopte dat het geen schim was. Met een angstige maar treurige blik probeerde ze de half witte hengst aan te kijken.
Ze wierp tussendoor toch nog een blik naar haar enigste witte voetje en bleef daar maar naar kijken, ze was bang, treurig, angstig, gedeprimeerd, en wie weet wat voor meer het allemaal was. Met haar zachte arabieren knik in haar fijne hoofd probeerde ze omhoog te kijken maar het lukte niet. Haar kleine lichaam was fijn gebouwd maar had zeker haar vaders aspecten. Sterk. Maar de snelheid en soepelheid had ze van haar vader. "I..... Ik b.. b.. ben Faylice." Bracht ze stotterend uit haar keel terwijl ze haar blik weer afwendde naar de grond.
|
|
| | | Banaan
Profile Number of posts : 1356 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ ma 4 feb 2013 - 14:01 | |
| De jonge hengst zette een van zijn achterste hoeven op rust, geduldig wachtend tot de storm was overgewaaid. Die nog enkele uren, zo niet dagen, kon aanhouden. Ach, hij zat hier tenminste droog en warm, dus veel maakte het hem niet uit. Vestival liet zijn gespannen spieren geleidelijk aan allemaal ontspannen. Hier, waar niemand hem kon waarnemen, kon hij eindelijk zichzelf wezen. Altijd moest hij dat kille masker dragen in bijzijn van onbekenden, nooit kon hij zijn ware aard tonen, vooral niet in het bijzijn van merries. De enige schepsels op aarde die hij niet kon uitstaan. Allemaal waren ze hetzelfde; trutten, lui en arrogant. Ze hadden totaal geen medeleven met het leven om hen heen. Het was hem gelukt om er geen een in weken tijd tegen het lijf te lopen, een nieuw persoonlijk record. Oké, hij moest toegeven dat een enkele merrie anders was dan al die miljoenen soortgenoten, maar dat zou geen verandering te weeg brengen in zijn ijzersterke mening over hun. Ves schudde een enkele maal met zijn hoofd, proberend om zijn brein leeg te maken, en sloot vervolgens zijn prachtige ogen. De wind op de achtergrond wiegelde hem zachtjes in slaap. Eindelijk kreeg de jonge hengst zijn welverdiende rust na meerdere uren door dat stormachtige weer te moeten hebben geploeterd, vechtende tegen de snijdende wind en regen in zijn gezicht. Inmiddels was zijn vacht niet meer zo doorweekt als twintig minuten geleden, toen hij hier was gestrand. Door zijn hoge lichaamstemperatuur kwamen er - bijna onzichtbaar - dampwolken van zijn vacht. Een sterke drang om te ontwaken en te vluchten kwam ineens in hem omhoog. De prikkelende, zoete geur van een merrie en het lichte geluid van draven naderde zijn scherpe oren die alles binnen een straal van vijftig meter gemakkelijk konden opvangen. Zijn ogen schoten op, zijn lijf spande zich automatisch en nam een trotse houding aan, niet die ingezakte toestand van daarnet. Een roanpaars paard met vreemde aftekeningen kwam zijn netvlies binnendringen, hem ongemakkelijk laten voelen. Het was niet alleen de haat jegens merries die hem op afstand van hen hield, ook dat ongemakkelijk gevoel in zijn hart bij het zien van één, liet hem zover mogelijk wegblijven van het vrouwelijke geslacht. Onderzoekend met een wantrouwige twinkeling in zijn beide ogen bekeek hij het schepsel. Haar blik had een trieste uitdrukking, terwijl haar lippen woorden vormden. “H.. Hallo?” Haar stem doorkloven van angst. Waar was ze bang voor? Zo gevaarlijk zag hij er toch niet uit, afgezien van zijn vijandige houding? “I..... Ik b.. b.. ben Faylice.” Al stotterende was haar blik naar de bemoste grond gericht. Enkele momenten bleef Vestival als een standbeeld staan waar hij stond, niets zeggend tegen Faylice. Hij moest zichzelf dwingen om niet meteen te vluchten. Nee, nu zou hij zich over zijn afkeer voor merries proberen heen te zetten, want kom op, het was een rare gewoonte van. “Vestival is de naam.” Wist hij met veel moeite eruit te gooien, zijn stem neutraal. Zijn gezicht sprak boekdelen, nog steeds verborg de hengst zich angstvallig achter zijn koude masker - het enige dat hem op dit moment steun gaf. De wind speelde met zijn lange, karamelkleurige voorlok en liet die vervolgens rusten voor zijn beide ogen. Vanonder zijn volle manen gluurde hij naar de merrie. Een onbekende emotie terroriseerde hem. Medelijden. Ooit had Vestival die emotie vast wel gekend, maar al jaren had hij die niet meer geactiveerd. “Gaat het?” vroeg hij met een afstandelijke stem die bezorgd overkwam. Hij keek toe hoe de wind keerde en voor een gedeelte regen de beschutte plek binnen blies. “Misschien is het verstandig als je wat meer hier komt staan, waar je beschut bent tegen die regen en wind.” Het praten ging hem al beter af dan twee zinnen geleden. Misschien dat hij dan toch ooit nog afkwam van zijn afkeer voor merries.
-Sorry, voor laatheid- Edit: heb een paar dingetjes aangepast.
|
| | | Bo
Profile Number of posts : 2551 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ ma 4 feb 2013 - 17:45 | |
| | Faylice ~~~~~
Faylice keek vluchtig omhoog naar de wolken die zich woest uitte terwijl de storm zich vorderde. De duizende sneeuwvlokken storten uit de donkere wolken wat het contrast groter maakt, terwijl de avond zich vordert worden de sneeuwvlokken alleen maar witter, kouder. De wind alleen maar striemender word, terwijl de kou de vacht van Fay omhult en binnendringt rilt ze van de kou. De merrie wist niet meer of haar hoeven op de grond stonden, haar hoeven omringt door de ijskristallen die als de miljoenen die er zijn de witte deken vormt op het landschap van de Ferelden.
Een rilling trekt door de ruggegraat van de angstige merrie, deze hengst was geen schim. Als het een schim zou zijn geweest dan zou ze nu al lang dood of verwond zijn, bovendien dringt er geen smerige geur van dood en verderf haar neus binnen of ziet ze hoektanden. Maar het vertrouwen in hengsten was ze kwijt, ze stond doodsangsten aan, vooral omdat de grote hengst een agressieve houding had aangenomen en haar niet vertrouwde. De merrie probeerde vergeefs haar masker op te zetten, maar die was meerdere keren gebarsten en er zaten zulke grote scheuren in dat het niet veel zin zou hebben.
Na haar sprokkelende woorden die zich hadden gevormd viel er een stilte, de stilte die de angstige, zichzelf kleinmakende merrie niet kon verdragen. Uiteindelijk kwamen de geluidstrillingen aan in haar oren waarna haar hersenen die razend snel zouden verwerken. “Vestival is de naam.” De merrie keek niet eens naar de angst die zich verborgen hield achter zijn kille ogen. Met een flits van een seconde durft ze hem aan te kijken, ze kijkt recht in de bruine ogen die zich een twinkeling vertoonde. Met een ruk keek ze op, haar hals spande zich nog meer aan als dat ze dat eerder had gedaan tegenover de hengst. Haar hoofd bewoog zich naar een geluid wat ze had gehoord. Een vosje verscheen op haar netvliezen. Met een kleine ontspanning die zich onder haar vacht plaats vind rolt haar hals weer op haar plek, de grote kap die zich net had gevormd vervormde zich weer tot de zo dun lijkende hals die zich weer gevormd heeft. Haar ogen gericht op de sneeuwlaag die opgebouwd had door de sneeuwkristallen.
“Gaat het?” waren de volgende woorden van de hengst. Haar lip begon te trillen, ze moest wat zeggen, maar ze had geen idee wat. "J.. j... ja... h.. hoor." Stotterde ze zachtjes, bijna onhoorbaar. Haar hele, ranke lichaam was zich apart aan het bewegen. Het zou gezien kunnen worden door het getril op het oppervlakte van heel haar lichaam. “Misschien is het verstandig als je wat meer hier komt staan, waar je beschut bent tegen die regen en wind.” Deze woorden bereikte haar angst, ze begon nog heviger te trillen. Met een heel voorzichtig stapje waande ze zich door de sneeuw. De beschutte plek was niet groot, op het allerlaatste randje, zo ver weg mogelijk van de hengst zette ze haar lichaam in rust. Elke spier stond gevangen en ze had al haar ontsnappingsplan uitgestippeld. Ze was heel snel en ze zou zich door het bos, tussen de twee bomen kunnen wringen waarna ze haar rengalop zou aanzetten. Ze zou dat doen zodra de hengst iets deed wat haar zou bedreigen. "M.. mm mmooie n nnaam" probeerde ze vloeiend uit te spreken. Het lukte haar gewoon niet, er zat teveel angst in haar ziel verborgen. En dat allemaal door haar vader, Thriumph, dat monster. Het ergste was nu dat ze zelf ook zo kon worden, en dat was het laatste waar ze aan dacht.
|
|
| | | Banaan
Profile Number of posts : 1356 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ ma 4 feb 2013 - 21:04 | |
| |
V E S T I V A L Een tintelend gevoel in mijn hoef wees me erop dat ik een slaapbeen opliep als ik mijn been niet snel van rust liet komen. Een rilling gleed in slow motion langs mijn ruggengraat, des te harder de wind waaide des te erger de rillingen waren. Ik was zo’n sneeuwstorm niet gewend van waar ik vandaan kwam, de altijd warme, glooiende heuvels en de heerlijke frisse bries die langs je manen streek tijdens een koele zomermiddag. Ja, soms mistte ik mijn thuisland wel, maar nu lag mijn bestaan hier in Blue Moon Horses, al had ik geen flauw idee waarom dit land zo genoemd werd. Er was een blauwe maan, ja, in plaats van een witte maan, maar dat was alles wat anders eigenlijk. Ik blikte naar Faylice, de merrie die mijn rust had verstoord en me nu ongemakkelijk liet voelen. Ik hield niet van merries, ze waren vervelend, gemeen en dachten alleen maar aan zichzelf. Toch zou ik ze nooit behandelen als oud vuil, daarvoor hield ik teveel van mijn moeder. Zij had me jaren geleden wijze lessen geleerd over de omgang met soortgenoten en andere, diverse levende wezens. Iedereen verdiende het om met respect behandeld te worden, uiteindelijk zelfs de personen die je het minst mocht. Niet dat dat verandering zou brengen in mijn mening wat merries betrof. ‘J.. j... ja... h.. hoor.’ hoorde ik haar stamelen. Ze leek bang te zijn, maar voor wat of wie? Na mijn woorden over dat ze beter hier kon komen staan, begon haar iele lichaampje nog harder te trillen, alsof er een aardbeving gaande was. De merrie volgde mijn advies op, maar hield zoveel mogelijk afstand tussen mij en haar. Alsof ik zo ‘eng’ was. Ik was geen vieze, vuile schim die ieder levend bestaan uitmoordde, ik uitte respect voor iedereen. ‘M.. mm mmooie n nnaam.’ weerklonken de angstige trillingen in haar stem. Haar woorden deden me laten opkijken, dus er waren toch nog merries die niet alleen om hun eigen uiterlijk of in dit geval naam gaven. Ik vond het moeilijk om hier op te reageren, ik was niet gewend om complimentjes te ontvangen, en al helemaal niet van merries. Het minste wat ik kon doen voor haar was mijn vijandige houding laten vallen en een diepe ontspannende zucht slaken, in de hoop dat zij mijn voorbeeld zou opvolgen en dat ook zou doen. Langzaam maar zeker begon mijn afkeer voor haar te verminderen, het was nog steeds aanwezig, maar werd minder. ‘Je hoeft geen angst te koesteren voor mij. Ik zou je nooit van mijn leven pijn willen doen.’ antwoordde mijn stem, proberend vriendelijk te klinken. Ik vroeg me af waarom ze zo bang was voor mij, als ik haar angst dan niet misplaatst had. Ik wilde een stap in haar richting doen, maar bedacht me. Stel dat ze dat als bedreiging opving en op de vlucht zou slaan? ‘Ik ben geen paard die anderen angst aan probeert te jagen, in ieder geval mijn oorspronkelijk ik niet.’ sprak ik oprecht vriendelijk. Mijn heterochrome ogen onderzochten haar lichaam. Al sinds mijn geboorte had ik twee verschillende kleuren ogen gehad. Links was bruin en rechts helder blauw.
|
|
| | | Bo
Profile Number of posts : 2551 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ di 5 feb 2013 - 21:35 | |
| | Faylice Don't trust everyone
Faylice's oren stonden onzeker, de wind speelde haar parten in het rillen van de merrie, maar het grootste deel was wel van het schepsel voor haar. Ze moest toegeven dat zijn agressieve houding wegtrok maar ze bleef het niet vertrouwen. Sterker nog, het enigste levende wezen wat ze zou vertrouwen was haar moeder. Haar liefdevolle moeder die haar zoveel goede levenslessen heeft gegeven en sterk is gebleven ondanks dat, dat... Bij de gedachte stokte haar adem weer, ze had er geen woorden voor. Het verafschuw werd met de seconde groter, haar vader was een monster, of ze het nou wilde of niet. En haar lieve moeder had haarzelf stil gehouden, evenals dat ze het amper liet merken hoewel Fay altijd heeft geweten dat ook zij het zelfde meemaakte.
De sneeuwvlokken baande hun weg naar de lange, sierlijke manen van de merrie. Omdat ze op het allerlaatste randje stond leken de sneeuwvlokken haar nog aan een kant te raken, en de ijskristallen kleurde dan ook haar vacht voor één kant wit. Het liet haar vreemd genoeg herinneren aan haar moeder, haar worden over Fay's vacht. Het was een Roanpaarse vacht met als de volle maan scheen een blauwe glans, ze vertelde toen nog met trots dat ik dat van haar vader had, evenals de vreemde aftekeningen en haar ene o zo heldere, blauwe oog. Het leek de kleuren van de blauwe maan in zich te hebben waar het ook bewaard bleef. Haar andere kant, nu van de hengst af was niet veel vreemder. Alleen haar oog was iets wat hen beide nog nooit logisch was geweest. Ze kon er gewoon tot goed mee zien maar het was glazig, wit. Het leek zelfs alsof ze blind zou zijn, maar dat was een groot deel waar Fay voor vreesde, vooral als haar netvliezen haar zagen staan in het wateroppervlak. Ze wist dat de ogen van die gruwelijke monsters zwart en emotieloos waren, eerder glazig. Een ruimte waar je oneindig in zou kijken. En mocht nou net haar oog ook zo zijn, behalve dat het oog wit is, spierwit, maar vreemd genoeg ook tijdens de volle blauwe maan keerde het van de parelmoere glans naar een hele lichte blauwe. Faylice verafschuwde het, angstig of er niet een deel van die monsters in haar zat.
Ze schrok op uit gedachten en hief haar hoofd op, niet agressief, nog steeds vol angst. De rede waren de woorden van de hengst die haar in haar hersenen verschenen ‘Je hoeft geen angst te koesteren voor mij. Ik zou je nooit van mijn leven pijn willen doen.’ Bij deze woorden dacht ze diep na, zou ze de hengst misschien ook wel een greintje vertrouwen geven? Deze gedachte is heel snel voorbij als de hengst zijn spieren laat aanspannen om haar kant op te komen. Het was maar een hele kleine spanning maar de merrie zette zich meteen schrap om zo snel mogelijk weg te komen, tegelijkertijd krom ze in een en liet haar hals weer terug rollen op de lage plek waar het eerst stond. Ze ontspande haar spieren iets om uit de ineengekrimpte staat te komen en weer zo te staan als dat ze eerst stond. Alles op scherp gezet. ‘Ik ben geen paard die anderen angst aan probeert te jagen, in ieder geval mijn oorspronkelijk ik niet.’ waren de volgende woorden van de hengst. Ze verzamelde zichtbaar de kracht om een normale zin uit te kunnen spreken. "M.. mm maar, je bent een h..h..." sierde haar woorden haar lippen die de zin van zonet fluisterend uitsprak. Het woord 'hengst' kreeg ze niet over haar tong. Het lukte gewoon niet, haar adem stokte weer terwijl ze naar lucht aan het happen is. Ze onderdrukt een snik die ze maar amper kan onderdrukken, waarna het ook niet helemaal lukt. Ze gooit haar hoofd de andere kant op, als teken dat de hengst een miniem grijntje vertrouwen had gewonnen, maar de echte reden was een traan weg te gooien. De traan maakt haar weg naar beneden waarna het uiteenspat. Bij de omgooi van haar hoofd geven haar lange manen even, heel even haar witte, glazige oog vrij. Terwijl ze haar hoofd iets omhoog zette wachtte ze op de volgende zet van Vestival.
|
|
| | | Banaan
Profile Number of posts : 1356 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ wo 6 feb 2013 - 19:19 | |
| |
V E S T I V A L De donder buiten liet meerdere malen zijn aanwezigheid merken, het wilde dieren angst aanjagen met zijn overweldigende geluid dat op splijtende rotsen leek. Ik drukte mijn oren tegen mijn nek toen een harde donderklap door mijn botten sidderde. ‘Het gaat er zeker altijd zo aan toe hier.’ mompelde ik binnensmonds, niet hoorbaar genoeg voor Faylice. Mijn ogen volgden haar bewegingen nauwlettend, voorbereid op iedere uithaal van haar, als ze dat dan van plan was. Ik verwachtte dat ze eerder een vluchtdier was dan zou vechten, maar je wist het nooit zeker. De normaalste paarden konden veranderen in de grootste griezels. Net zoals die leider van de schimmen, Avanti. Zelfs hij was vroeger een klein veulen geweest. Ik vroeg me af waar het mis was gegaan en waarom hij een schim was geworden. Sowieso stond ik voor een raadsel als ik nadacht over een bestaan als schim. Oké, ik moest toegeven dat onsterfelijkheid erg aantrekkelijk in mijn oren klonk, maar mijn ziel opgeven om vervolgens als een emotieloze moordmachine door het leven te gaan? Nee, bedankt maar dan bleef ik toch liever bij mijn oude, huidige leven.
De wind maakte haar keerpunt en waaide nu naar binnen, zelfs mijn positie bereikend. Gelukkig was mijn vacht bestand tegen het koude, vieze weer. Ik was geen Arabier die nergens tegen kon en al bij het minste beetje sneeuw doodvroor. Ik draaide mijn binnenste oor naar de merrie toen ik voelde hoe haar spieren zich geleidelijk aan ontspanden, dat gaf mij ook weer een beter gevoel, ik was dus geen bedreiging meer voor haar, in ieder geval een minder grote dan eerst. Faylice raapte duidelijk kracht bijeen om fluisterend uit te spreken: ‘M.. mm maar, je bent een h..h...’ Mijn hersenen maakten haar zin af, omdat ik een hengst was. Ik voelde het, ik wist dat ze dat bedoelde, ik was niet dom of achterlijk. Ze leek een snik te willen onderdrukken, keerde haar hoofd van mij af en vervolgens keerde ze die weer terug, waarbij haar manen opwaaide en haar andere, witte oog zichtbaar werd voor een moment. Meteen wilde ik de conclusie stellen dat ze blind was aan dat oog, maar hield het nog even achterwegen. Het kon net zo goed zijn dat het toevallig zo sinds haar geboorte al was en ze er dus prima mee kon zien.
‘Omdat ik een hengst ben? Bedoelde je dat?’ vormden mijn lippen de woorden, terwijl mijn blik de hare kruiste. Afgunst had in mijn woorden gewikkeld gezeten. ‘Je denkt dus dat ik er zó één ben, nietwaar? Dan kan het vast ophelderen voor je; ik ben geen hengst die leeft voor het verslinden van zoveel mogelijk merries of het bezitten van hen. Mijn moeder heeft me duidelijk gemaakt dat je respect moet hebben voor ieder levend schepsel, mannelijk of vrouwelijk. En zo doe ik.’ antwoordde ik en nam een teug zuurstof mee naar binnen. ‘Wees alsjeblieft niet bang voor mij. Ik vraag niet om vertrouwen, maar weet wel dat ik jou nooit kwaad zou doen. Ik doe nog geen vlieg pijn. Ook al heb ik het niet zo op merries, dat betekend nog niet dat ik ze pijn wil doen.’ vervolgde ik, waarna mijn blik weggleed van die van haar.
|
|
| | | Bo
Profile Number of posts : 2551 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ wo 6 feb 2013 - 22:25 | |
| | Faylice Don't trust everyone
Faylice's ogen werden dit keer beide weer onthuld door de wind. De felle flits die aan de hemel voorbijtrok deed haar niks, evenals de razend snelle donder erna. Ze was niet bang voor de natuur. Ze stond veilig en er kon haar niks gebeuren. Met beide ogen keek ze in de zijne. Dit was de eerste keer dat zij dit had gedurft. Ze peilde hem, trok haar vooroordelen zonder er verder nog wat mee te doen. Zonder argwaan of arrogantie. Zonder iets te tonen, de merrie was alleen bang, maar ze peilde wel de argwaan naar haar toe, maar niet specifiek. Het leek wel of hij iets tegen .. merrie's .. had. Ze had het van haar moeder geleerd, emotie's herkennen.
De storm sterkt zichzelf aan, het stuurt vele donkere wolken die over de horizon trekken, over BMH heen strekken. Ze spant geen spier als de bliksem in zijn felle aanval een boom in de buurt raakt. Nog geen seconde erna klinkt de hevige donder die klinkt als er een inslag is geweest. Nog steeds lijkt ze er niet van op te kijken, maar dan heeft de storm haar ziel bereikt. Een velle windvlaag strekt in haar vacht en laat de kou door haar ziel heen sissen. Ze krom ineen van de kou, als halve arabier kon ze veel beter de warmte verdragen in de woestijnen. Nee, deze kou was niks voor haar. Ze had een relatief dunne vacht die er mooi en egaal bij lag te blinken. Ze gaat verder met het onderzoeken van de hengst. Beide ogen ontdekken de vreemde aftekeningen die in een lijn over zijn lichaam lijken te lopen, maar toch zo onlogisch zijn. Met zijn karamel kleurige manen en zijn 2 kleurige ogen was het zeker geen normale hengst. Een kant was heel helder blauw, het leek zijn parten van de blauwe maan terug te krijgen, maar ook weer niet. Zeker was ze nog steeds niet, ze had een paar blikken geworpen op de hengst, waarna ze haar netvliezen weer terug naar het veilige mos liet kijken. Het mos wat zo vredig erbij lach, totdat het vertrapt zal worden door schepsels zoals zij.
Ze keek heel even op om in de ogen de kijken van Vestival die zijn woorden uitsprak. ‘Omdat ik een hengst ben? Bedoelde je dat?’ Haar adem stokte, het woord in haar gedachten was zo makkelijk, uitspreken kon ze het niet, maar het te horen krijgen was toch wel een nachtmerrie. Ze hapte naar lucht voor die paar momenten waarna de hengst, met duidelijke afgunst in zijn woorden verder ging. ‘Je denkt dus dat ik er zó één ben, nietwaar? Dan kan het vast ophelderen voor je; ik ben geen hengst die leeft voor het verslinden van zoveel mogelijk merries of het bezitten van hen. Mijn moeder heeft me duidelijk gemaakt dat je respect moet hebben voor ieder levend schepsel, mannelijk of vrouwelijk. En zo doe ik.’ Waren de woorden van Vestival, maar daar sloeg hij toch lichtelijk de plank mis. De hengst had een deel gelijk, maar een groot deel moest toch echt uit Fay zelf komen. Een rilling schoot door haar ruggenmerg bij de gedachte eraan. ‘Wees alsjeblieft niet bang voor mij. Ik vraag niet om vertrouwen, maar weet wel dat ik jou nooit kwaad zou doen. Ik doe nog geen vlieg pijn. Ook al heb ik het niet zo op merries, dat betekend nog niet dat ik ze pijn wil doen.’ Fay dacht na over de woorden van de hengst, en de onvermijdelijke woorden die zij niet wilde zeggen. Hij hield niet van merrie's, ze had gelijk, hij had een afkeer tegen merrie's. Haar hersenen bedankte haar moeder, ze wist dat ze een onvervangbare merrie was. Eentje die nooit sterker kon zijn, maar wel de sterkste was.
"M .. maar ... mijn Va...." Wederom kreeg ze haar zin niet af, ze kon het woord nieteens in haar hoofd afspelen, toch raapte ze alle moed bijeen om 1 naam uit te spreken. "T..T..Triu...Triumph" Sprak ze vanuit haar eigen verbazig uit. Heel snel was dit moment voorbij. Ze snikte nu duidelijk en kon de tranen niet tegenhouden. De tranen die de pure angst en verdriet vertoonde. De angst was onbeschrijfelijk. Het voelde alsof er duizende rillingen tegelijk door merg en been gingen, waarna ze hun weg vervolgden door haar ruggenmerg naar haar hersenen die het allemaal even niet konden verwerken. Met een schok spande haar achterhand zich en draaide ze haar achterhand naar de hengst toe, totaal geen agressie die af te lezen was over haar lichaam. Dat was de intentie ook niet, de emoties overspoelde haar hersenen en ziel. Ze kon het gewoon even niet meer aan.
|
|
| | | Banaan
Profile Number of posts : 1356 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ do 7 feb 2013 - 14:44 | |
| |
V E S T I V A L De blauwe gloed van de opkomende blauwe maan weerkaatste in mijn blauwe oog. Ik leed aan heterochromie, vertaling: een drager van het gen had twee verschillende kleuren ogen. Dat konden de meest uiteenlopende kleuren zijn die je je maar kon voorstellen. Bij mij was het grappig, ik had het blauwe, allesziende oog van mijn moeder en het bruine oog van Vester, mijn vader. De verrotte ouwe zak die mijn moeder het leven had genomen omwille van mij, dan was hij toch dommer dan ik dacht. Waarom zou hij zijn partner vermoorden als ik de oorzaak van zijn jaloezie was? Bad choise. Een adem naast mij stokte, mijn aandacht werd automatisch ernaar toegetrokken, alsof ze een magneet was en ik het hulpeloze ijzer die werd gedwongen om naar die magneet te gaan. Het was overduidelijk dat Faylice geen doorsnee merrie was, het soort vrouwelijk paard waar ik de haat jegens koesterde. Ze was anders, zachter, hulpeloos. Nee, dat waren de verkeerde woorden om haar te omschrijven, ze was niet hulpeloos, wel zacht, maar meer dat ze hulp nodig had. Depressie had de macht over haar, zo leek het dan. Ik was geen psycholoog die erop getraind was in het herkennen van toestanden waarin paarden verkeerden. ‘M .. maar ... mijn Va....’ kwamen de woorden als een onafgemaakte zin aan in mijn oren, waar ze verwerkt werden door mijn hersenen. ‘T..T..Triu...Triumph.’ de naam van iemand, uitgesproken door de jonge merrie haarzelf. Ik vroeg me meteen af wie die Triumph was. Iemand die haar in deze toestand had laten wegkwijnen? Die naam kon iedereen zijn, haar vader, vriend, neef, oom, opa. Noem maar op. Ik nam aan dat die naam als aanvulling was op haar vorige onafgemaakte zin. Haar stem had verbazing in zich gehad, alsof ze verbaasd was dat ze dat woord had uitgesproken. Ik blikte naar haar halve Arabieren lichaam, dat eerder gemaakt was voor warm weer dan voor dit, mijn lichaam straalde ongewild bezorgdheid uit. Ik bleef stokstijf staan toen ze begon te snikken en haar achterhand naar me toe keerde. Ik wilde iets voor haar doen, maar die verdomde afkeer voor haar was er nog steeds, al werd die minder. Alsof ze door mijn koude masker wist heen te breken. Juist aan datgene waar ik me angstvallig aan vast klemde, het enige dat me op dit moment steun gaf in deze ongemakkelijke, moeilijke situatie. Ik wilde me zo snel mogelijk uit de voeten maken, ergens heen gaan waar ik rustig kon nadenken en alles kon verwerken, maar ík wilde haar niet alleen laten. ‘Vestival, loop niet weg voor je eigen óf ander mans problemen. Deal met hen, anders blijf je altijd de zwakste.’ weerklonken de woorden van mijn dode moeder. Ze mocht dan wel dood zijn, toch hielp ze me door iedere dag, zonder haar heerlijke stem in mijn hoofd was ik niks. Ze was én bleef mijn gids zolang ik zou bestaan, me helpen in moeilijke tijden. Voor het eerst in jaren wilde ik voor iemand anders zorgen dan mezelf. Ik wilde haar helpen door de moeilijke periode waarin ze zich nu bevond. Voor de volledige honderd procent liet ik mijn vijandige houding vallen, zuchtte diep. Mijn gouden hart die verborgen lag achter het koude masker verscheen en straalde met zijn figuurlijke licht warmte en liefde uit. Dit voelde zoveel beter om weer mezelf te kunnen zijn, de hengst die ik écht was.
Ik stapte op Faylice af, plaatste mijn grote lijf zo dat ze beschut was tegen de felle regen. Ik kantelde mijn hoofd in haar richting en keek haar met een warme gloed aan. ‘Het spijt me van wat ik net zei over merries.. dat komt door een ongeluk in mijn verleden. Dat ik merries niet prettig vind betekend nog niet dat ik elke haat.’ brachten mijn woorden. Een harde donder ging door merg en been, maar weerhield me er niet van om haar te blijven beschermen tegen het ongure weer dat BMH teisterde. ‘Jij bent één van de weinigen die ooit door mijn koude masker is gekomen en de ware Vestival ontmaskerd heeft.’ ik toverde een flauw grijnsje op mijn witte snuit en bleef haar met diezelfde warme ogen aankijken. ‘Ik kan me voorstellen dat je me nu een griezel vind.’ grapte ik, een zwakke poging doende om Faylice weer vrolijk te krijgen.
|
|
| | | Bo
Profile Number of posts : 2551 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ do 7 feb 2013 - 15:53 | |
| | Faylice Don't trust everyone
Faylice laat haar angst weer een klein stukje vallen, enkele spieren nemen het genot van zich heel even te ontspannen. De hengst leek nog steeds een afkeer tegen haar te hebben, meer over die naam zou ze niet meer vertellen. Het was gestopt met de sneeuwvlokken te laten vallen, nu liet het dikke waterdruppen vallen, die niet meer gekristalliseerd waren, maar in plaats daarvan meteen in haar vacht drongen. Het rillen was vermindert, het was niet meer zo koud als de sneeuw, en ze wantrouwde de hengst een minuscuul beetje minder. Echt alles laten vallen zou ze nooit doen bij zo'n "vreemde". Ze kende zijn naam, ze wist dat hij iets tegen merrie's had, maar verder? Hij leek niet agressief, maar hij had zijn masker op gehouden, dat had gezien, geleerd van haar moeder. Ze besteedde er verder geen aandacht aan, ze wist dat ze zelf ook nooit alles zou vertellen. Ze snoof flink om zichzelf bij elkaar te rapen. Een waterdruppel die zich vertoonde als traan gleed langs haar witte oog naar beneden, evenals een waterdruppel, als traan, langs haar blauwe oog. Ze vermande zich, met moeite hield ze zichzelf als een grote merrie, ook al was ze nog maar 5. Ze was jong, maar haar aantal ervaringen waren verschrikkelijk hoog, ze zou ook niet de enigste zijn met een verschrikkelijke jeugd, of een deel. Alles was nog mooi, het zonnetje scheen, de bloempjes in volle bloei ondanks dat het toen herfst was. Het stond vertegenwoordigd door haar eerste halve levensjaar. Kort daarna begon de ellende, door het hellevuur nam ze afscheid van haar vader, hij zou ons redden van de schimmen. Maar ze wist niet wat er gebeurt was, want haar vader was nooit terug gekeerd. Sterker nog, hij had zich tegen ons gekeerd, tegen de paarden en werd een monster. Een bloeddorstig monster die wraak wilde, en bloed. Het engste vond Fay nog dat zij, omdat zij een dochter ervan was, misschien wel een deel schim in zich had. Ze wilde het niet geloven, maar toch bleef het steken in de hersenen van de merrie.
Ze liet haar hoofd iets naar rechts scharnieren zodat ze Vestival net zag. Ze gebruikte haar blauwe oog het liefst, ze wilde niet dat iedereen dacht dat apart was en er niet bij hoorde. Het was nou eenmaal bijzonder, het was iets wat zelfs haar moeder niet kon verklaren. Ze had uitgelegd dat haar paarse ogen er niks mee te maken hadden, en dat ze de ogen van haar vader had, wat haar juist angst aanjoeg. Fay zag haar witte, glazige oog als een teken dat er schim in haar zat en het beangstigde haar. Ze kijkt op als ze Vestival ziet worstelen met haar gevoel , ze liet haar oog haar werk doen en bekeek hem, het leek alsof hij de afkeer tegen haar wilde verwerpen, weggooien. Fay verbaasde zich erover, had een hengst moeite gedaan voor zo'n misbaksel zoals zij? Zou hij weten dat haar vader een monster was? De hengst opende zichzelf, de agressieve houding was weg, evenals zijn afkeer tegen haar. Hij leek opgelucht te zijn met het feit dat ze zijn masker had doorbroken, het masker wat zoveel kou uitsprak, evenals de argwaan, agressiviteit en afkeer. Ze bracht haar voorhand iets meer naar de hengst toe, die tot haar grote verbazing zich naar haar toe bewoog. Ze zette haar voorhand terughoudend weer een pasje opzij, van de hengst weg. Maar ze rende niet weg, het voelde niet slecht en ze bleef voor het eerst staan, terwijl ze de hengst toeliet in haar 'ruimte' die zich om haar heen had gevormd de afgelopen jaren. Het had alleen haar moeder toegelaten, voor alle andere schepsels was ze gevlucht. Zo had ze haar snelle en soepele gangen ontwikkeld. De hengst bracht zijn hoofd dichter bij de hare, waarna ze haar hoofd naar de zijne bewoog. Het ging bijna automatisch, voor het eerst in hele lange tijd voelde ze zich veiliger, vertrouwder. De woorden van de hengst kwamen aan, ‘Het spijt me van wat ik net zei over merries.. dat komt door een ongeluk in mijn verleden. Dat ik merries niet prettig vind betekend nog niet dat ik elke haat.’ Ze inspecteerde zijn woorden ze waren oprecht, lief en warm. "Excuses aanvaard." Bracht ze uit, voor het eerst niet hakkelend, stotterend en haperig. Nee gewoon, zoals ze altijd sprak, haar warme, lieve stem liet zich horen. Niet het vluchtige maar haar eigen stem, de stem die ze met haar mee had gekregen toen ze gemaakt werd door Yacira. Ze besefte dat de regendruppels zich niet meer door haar vacht waande, het was de hengst die ze tegenhield. Wanneer hij een flauwe glimlach zijn lippen laat sieren, geeft Fay een hele kleine terug. Ze ontspande deels, ze was nog altijd scherp, maar niet meer voor de hengst. Het was voor de omgeving, voor de andere paarden. De hengst had zijn gevoelige kant laten zien, laten zien dat ook hij kwetsbaar was. En dat was voor de kwetsbare, angstige, doodsbange Fay genoeg om de hengst een groot deel van haar vertrouwen te geven. ‘Jij bent één van de weinigen die ooit door mijn koude masker is gekomen en de ware Vestival ontmaskerd heeft.’ Kwamen zijn woorden erna aan. Lang dacht ze niet na over de woorden die ze weer met haar zoete stem uitsprak. "Jij bent de enigste hengst, na mijn va.." Het woord was nog te pijnlijk uit te spreken, ze slikte het woord in terwijl ze verder ging. "die mij heeft bereikt." Vervolgde ze, met een zachte stem. Niet fluisterend, gewoon zacht. Fay kijkt nog eens diep in de kijkers van de hengst. Haar witte oog dit keer niet verhuld door haar lange, krullende manen.
Met een blik op de hemel verstokt haar adem weer, waarna ze volledig verstijft, door een gat in de wolken merken haar netvliezen tot grootse schrik de blauwe maan op. Waar ze zich net ontspande begon ze weer te rillen als een rietje. Het was tijd. Ze moest zichzelf er op verbijten het ook tegen de hengst te vertellen. Ze moest, hij was open geweest en nu moest zij dat ook. [b]"Hij is een monster, een schim."[b] sprak ze fluisterend uit. Haar grootste nachtmerrie van de maand was bijna begonnen, nu had ze een hengst bij zich. Ze vreesde dat hij haar zou verlaten als hij alles op een rijtje zette en zich besefte dat zij een dochter was van een schim. Meerdere tranen verlieten haar ogen om langs haar arabieren hoofdje hun weg naar de grond te banen, waarna ze uit elkaar spatte of in de grond zonken.
|
|
| | | Banaan
Profile Number of posts : 1356 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ do 7 feb 2013 - 17:09 | |
| |
V E S T I V A L Met het besef dat mijn blik in de hare zwom, trok ik mijn ogen weg uit die van haar, met moeite. Wat gebeurde er met me, waarom liet ik opeens zo snel een merrie tot mijn ziel om die vervolgens te laten kapen? Een onhoorbare zucht werd gevormd in mijn longen en verliet via mijn luchtpijp en mond mijn lichaam. Ik raakte verward door haar, ik wilde dit niet. Oké, ik had Faylice deels vrijwillig toegelaten tot me, maar daar probeerde ik het bij te houden. Ik wist dat ik instaat was tot het oproepen van mijn kille masker, makkelijker dan denken was dat, maar ik wou dat niet. Niet meer in ieder geval. Trouwens, wat had het nog voor nut nu ze de ware Vestival had leren kennen? Niets, dus stop nou met piekeren, Ves. Het stemmetje in mijn hoofd was net zo snel weer verdwenen als dat het was gekomen, raar. Faylice ontspande zich naast me, draaide haar hoofd dichter naar de mijne. Ik kon haar zoete geur ruiken, opnemen in mijn database aan geuren en kleuren. ‘Excuses aanvaard.’ Het was een wonder, ze stotterde nu niet, maar sprak de twee woorden vloeiend uit. Haar stem had liefelijk en warm in mijn oren aan komen zweven op een stroom van warmte. Het voelde alsof ik haar al eeuwen kende. Mijn glimlach breidde zich uit naar de verste uithoeken van mijn hoofd. Ik hield haar ogen voor een minuut gevangen, waarna ik ze weer vrijliet en me concentreerde op de regen die tegen de buitenste kant van mijn lijf uiteen spatte. ‘Jij bent de enigste hengst, na mijn va..’ kwamen de woorden uit haar mond, versierd met een zoet aroma. ‘die mij heeft bereikt.’ eindigde ze, zacht maar niet fluisterend. Ik zat vastgezogen aan haar blauwe en witte kijkers, wat eeuwig leek te duren tot ik met moeite mijn ogen op de blauwe maan richtte. Op hetzelfde moment zei Faylice: ‘Hij is een monster, een schim.’ fluisterend. Dikke tranen vormden zich in haar ogen en vielen met een tragische val naar de bemoste grond onder haar. Ik wilde haar kleine gedaante tegen mijn sterkte borst aandrukken, haar troostende woordjes toefluisteren, maar iets weerhield me daarvan. ‘Hij zal je niks doen, ik blijf bij je. Zelfs schimmen hebben een hart, ook al ligt die ergens heel diep begraven, de schim waar jij het over had, heeft ook een piepklein hartje. Ze schakelen enkel hun emoties uit.’ sprak ik de woorden naar haar en deed een stap dichter naar haar, mijn grote lichaam beschermend als een schild rond het hare. ‘Faylice, ik laat je niet alleen. Ik zal nooit mijn ziel verkopen aan die griezel Avanti. Ik kan het niet.. ik heb het mijn moeder beloofd. Beloofd om te zorgen voor mijn dierbaren en jij.. behoort daar nu ook toe.’ antwoordde ik met enige moeite. Ik vestigde mijn zicht op de grond voor een moment. ‘Toen ik werd geboren was ik me nog van geen kwaad bewust. Ik was jong en roekeloos, net als ieder ander veulen. En ik had haar, Adelin mijn moeder. Ze was de meest lieve, zorgzame moeder die je je maar kunt wensen. Ze heeft me vele belangrijke levenslessen geleerd in de maanden van mijn jeugd. Alles was vredig tot.. hij kwam. Mijn vader, Vester. Die zak heeft alles geruïneerd, mijn moeder vermoord en de kudde tegen me opgestookt en vervolgens verstoten.’ ik pauzeerde, haalde diep adem en vervolgde: ‘Ik ben aan mijn afkeer voor merries gekomen door mijn kuddegenoten, die allemaal merrie waren. Ze schreeuwden vreselijke dingen naar me, vernederden me, haatten me. Achteraf was het allemaal de schuld van Vester en niet die van de merries, dat besef ik nu pas..’ De wind liet mijn lange manen opwaaien. ‘Maar jij, Faylice, hebt me laten inzien dat niet alle merries hetzelfde zijn. Jij bent de eerste merrie naast Adelin die mij heeft bereikt.’ sprak ik kalm, haar liefdevol aankijkend, dankbaar. Ik drukte voorzichtig, haar niet willen laten schrikken, mijn neus tegen haar roankleurige vacht. Ik sloot mijn beide ogen en snoof haar heerlijke geur voor de tweede maal op. Met tegenzin verliet ik haar hals en richtte mijn blik op de hare. Ik hoopte dat ze me niet raar vond nu. ‘Sorry..’
|
|
| | | Bo
Profile Number of posts : 2551 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ vr 8 feb 2013 - 13:06 | |
| Faylice verdwaalt in de ogen van Ves, in haar ogen vertoonde zich liefde, maar ook angst en bezorgdheid. Hij had het niet door, hij had niet door dat schimmenveulens meestal van het leven beroofd werden, en dat die enkele gek waren en zelf een deel in zich hadden. Ze wou dat ze een normaal leven had, dat ze over BMH kon huppelen, uikijkend voor de schimmen die zich schuilhielden maar verder gelukkg zou leven. Haar moeder had haar dat ook aan geraden, maar het kon niet. Alle roddels die ze had gehoord had haar beangstigd, het had haar zo gemaakt als dat ze nu in het leven stond. De wind nam een andere inslag waardoor de regen tegen haar achterhand blies. De druppels die vielen op het Ferelden waren niet verminderd en de donderslagen bleven te horen zijn. De felle flitsen zoemden in de netvliezen van Faylice die als reactie even dichtknepen. ‘Hij zal je niks doen, ik blijf bij je. Zelfs schimmen hebben een hart, ook al ligt die ergens heel diep begraven, de schim waar jij het over had, heeft ook een piepklein hartje. Ze schakelen enkel hun emoties uit.’ waren de woorden die Ves lippen hadden gemaakt en naar haar oren hadden gestuurd. Kort daarop antwoordde zij, standvastig en iets harder dan normaal. Haar stem had een miniem vleugje wanhopige woede met zich meegebracht "Je snapt het niet." Waren haar woorden, waar ze haar stembanden net iets had verhard, verzachte ze haar stem weer. "Hij is mijn vader." Een kleine snik kwam er uit haar luchtpijp. Wederom snoof ze en vermande ze zich. Ze wilde niet meer de kleine zwakke merrie zijn. Klein was de merrie zeker, met haar 1.67 was ze klein op BMH. Ze leek zo teer zo kwetsbaar. Maar een ding had ze vrijwillig van haar vader meegekregen, zijn massieve spierbonk. Haar moeder had haar altijd vertelt dat hij heel sterk was, als normaal paard al en dat zij dat meegekregen had. Ze had de spieren, maar liet ze nooit zien. Het was als het ergste zich voor deed, een schim die tegenover haar stond. Achter haar liefelijke gezicht en haar tere ziel bevond er zich een spierbonk die haar lichaam sierde als ze die aanspande. Het was in massieve vormen en ze wist dat als het op vechten aankwam dat ze bijna altijd zou winnen. Ze liet ze verborgen voor de hengst, hij deed haar geen pijn en iemand onterecht pijn doen zou ze nooit willen. Het zou haar herinneren aan haar vader, herinneren aan dat zij misschien wel voor een deel schim was. Ze zou geen onschuldige dieren pijn doen, kwetsen. Daar was ze veel te lief voor. Ze hoopte dat Ves van de rest van de touwtjes een knoop kon maken. Ze was nou eenmaal de dochter van een schim, en ieder paard weet dat het nooit goed is als je een schimmenveulen bent. Het was bijna te pijnlijk om over te denken, ze was dan ook altijd panisch en krachtig geweest over het overheersen van haar gedachten, het verborgen houden van haar ziel. Ze gaf niks uit handen, gewoon omdat ze bang is dat ze dat ene deel zou ontketenen. ‘Faylice, ik laat je niet alleen. Ik zal nooit mijn ziel verkopen aan die griezel Avanti. Ik kan het niet.. ik heb het mijn moeder beloofd. Beloofd om te zorgen voor mijn dierbaren en jij.. behoort daar nu ook toe.’ waren de geluidstrillingen die in haar oren kwamen en die ervoor zorgden dat ze opschrok uit haar gedachten. "Dankje." Was het enigste wat ze met haar lieve, zoete stem uitsprak, meer kon ze niet. De gedachten van zonet hadden haar stem aangetast. ‘Toen ik werd geboren was ik me nog van geen kwaad bewust. Ik was jong en roekeloos, net als ieder ander veulen. En ik had haar, Adelin mijn moeder. Ze was de meest lieve, zorgzame moeder die je je maar kunt wensen. Ze heeft me vele belangrijke levenslessen geleerd in de maanden van mijn jeugd. Alles was vredig tot.. hij kwam. Mijn vader, Vester. Die zak heeft alles geruïneerd, mijn moeder vermoord en de kudde tegen me opgestookt en vervolgens verstoten.’ waren de volgende woorden die hij gebruikte tegen de merrie. Ook bij hem had zijn vader alles verpest. "Wat verschrikkelijk." bracht ze uit. Ze wist hoe verschrikkelijk het kon zijn, ze maakte het mee. ‘Ik ben aan mijn afkeer voor merries gekomen door mijn kuddegenoten, die allemaal merrie waren. Ze schreeuwden vreselijke dingen naar me, vernederden me, haatten me. Achteraf was het allemaal de schuld van Vester en niet die van de merries, dat besef ik nu pas..’ Ze liet de korte stilte voor wat het is, er waren zoveel slechte paarden in de wereld dat zij er gewoon niet op kon antwoorden. Het enigste gedeelte wat erger was dan haar eigen bestaan in panische angst te zien leven, was dat als een ander het deelde met haar. ‘Maar jij, Faylice, hebt me laten inzien dat niet alle merries hetzelfde zijn. Jij bent de eerste merrie naast Adelin die mij heeft bereikt.’ Fay zei niks terug, maar ze keek hem liefde vol aan, verdronk in zijn 2 kleurige ogen. Blauw en bruin, ze waren prachtig. Beide zo uniek. Dat zij zelf nou zo'n lelijk glazig witte oog moest hebben was tot daar aantoe. Je kon er niks aan aflezen maar ze kon er wel mee zien, zelf was ze er nog niet achter gekomen hoe het kon, maar dacht er verder niet over na. Ze had het gewoon, meer kon ze er niet aan doen. Een kleine schok trekt over Faylice lichaam als ze een zachte, witte neus over haar hals voelt glijden, het drukte zacht tegen haar dunne, glanzende vacht aan. Ze liet het genot over zich dansen. Het was jaren geleden dat een hengst haar had aangeraakt, en nog nooit was ze zo liefdevol aangeraakt door een hengst die ze nog maar net had toegelaten in haar ruimte. Wanneer de neus haar hals verlaat twijfelt ze geen moment om haar kleine neusje in de richting van de grote hengst te duwen. Ze drukt haar neus zachtjes tegen zijn bonk spieren die zich schuil houden onder zijn vacht. Ze verlaat zijn hals wanneer ze haar woorden fluisterend begint "Toen ik geboren was, was alles nog perfect. De mooiste herfstdag van het jaar vertoonde zich. Maar toen begon de ellende, het hellevuur begon. Mijn vader bracht ons in veiligheid en ging zelf naar het vuur toe. Hij heeft ons gered, maar.." Een snik onderbrak haar woorden, op diezelfde fluisterende toon ging ze verder. "Hij is een schim tegengekomen, waarna hij zelf een monster is geworden." Een dikke traan rolde via haar jukbeen naar haar kin, waarna het zijn val maakte en bij de andere regendruppels in de grond zakte. "Ik ben een schimmenveulen, Ves." Constateerde ze, op een toon die de hengst nog maar net kon horen. Hij kon haar verlaten, het was goed mogelijk. Ze kijkt de hengst diep aan en drukt haar neus nog eens tegen zijn hals, waarbij ze net een fragiel veulen betaste. Alleen dan was het veulen de grootse hengst die haar beschutte tegen de hevige regen. |
|
| | | Banaan
Profile Number of posts : 1356 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ vr 8 feb 2013 - 14:46 | |
| |
V E S T I V A L De wind maakte zijn ommekeer, blies nu op zo’n manier dat Faylice’s achterhand nat werd. Ik zette een halve pas achteruit, haar achterhand ook beschermend tegen de harde druppels die donkere vlekken maakten in mijn al diepbruine vacht. Steeds werd mijn aandacht getrokken door de halve blauwe maan die onheilspellend aan de hemel zweefde. Ik voelde me er niet fijn bij, al was die blauwe bol toch echt duizenden kilometers van de aarde verwijderd, zwevende in het immense heelal. ‘Je snapt het niet.’ na haar woorden blikte mijn gezicht vragend naar de hare. Wat begreep ik niet? Voor ik kon reageren, gaf ze me het antwoord al. ‘Hij is mijn vader.’ een snik verliet haar keel. Ik nam aan dat ze het over de eerder genoemde Triumph had. De logica ervan drong pas enkele minuten later tot me door, toen Fay haar zachte neusje tegen mijn gevoelige vel drukte. Duizenden emoties, gevoelens, gierden door mijn aderen, bestookten mijn hoofd met vragen. Ik kende dit warme, tintelende gevoel dat mijn maag in een knoop legde, niet.
*Flashback*
Ik liet mijn blik nieuwsgierig naar de twee jonge twenters glijden, ze drukten hun neuzen zacht tegen elkaar aan, hielden elkaars blik vast, gevangen. Ik kwam omhoog uit het glooiende gras, stuntelde met mijn lange stelten en zwiepte eenmalig met mijn pluizige staartje. Ik was van plan om te vragen wat die twee aan het doen waren, en of ik mee kon spelen. Het zachte getik van hoeven achter me maakten mijn zintuigen erop alert dat mijn moeder eraan kwam. Ik draaide beschaamd mijn kleine hoofd om, draaide mijn grote oren naar achter en zocht naar haar blauwe kijkers. De ogen die me rustig aankeken, niet boos of bestraffend, nee, gewoon zoals altijd. Ik sprintte naar haar toe en drukte mijn neus tegen de hare. ‘Mam, wat zijn die twenters aan het doen?’ vroeg mijn stem nieuwsgierig, hoopvol wachtende op haar verlossende antwoord. Adelin glimlachte enkel en knikte kort naar de twee paarden die mijn stem opgevangen hadden. Lachend vertrokken ze in een galopgang. ‘Lieverd, die veulens zijn verliefd.’ niet begrijpend staarde ik haar aan. Verliefd, wat was dat in hemelsnaam? Zoiets als vriendschap? ‘Zoon, daar kom je nog wel een keer achter als je het zelf wordt.’ grinnikend gaf ze me een duwtje. ‘Maar mam, vertel me het dan!’ protesterend gaf ik haar een zet terug, wat weinig uithaalde. ‘Nou, Vestival. Als een merrie en hengst elkaar heel graag mogen, dan worden ze verliefd op elkaar. Als je verliefd bent, dan voel je je heel warm van binnen en bent altijd vrolijk en je voelt je gelukkig. Je zou alles doen voor haar of hem, je leven willen geven, alles wezen voor haar. Een vriend, geliefde, broer.’ heimelijk gleed haar blik naar de donkerbruine hengst die bovenaan de heuvel stond te kijken naar het dal. ‘Zoals jij en pap?’ mijn ogen blikten naar mijn vader. Kort knikte Adelin, waarna ze een galop nam en naar Vester hinnikte.
*Heden*
Liefde. Nu herinnerde ik het me. Eindelijk leek ik te begrijpen wat mijn moeder op die ene nazomermiddag had willen uitleggen. Mijn ogen werden getrokken naar Faylice, het kleine merrietje voor wie ik op dit moment alles wilde doen, alleen al om haar te beschermen. Het was gek, ze vulde mijn gedachten met haar prachtige ogen, haar lieve karakter en zoete stem. ‘Toen ik geboren was, was alles nog perfect. De mooiste herfstdag van het jaar vertoonde zich. Maar toen begon de ellende, het hellevuur begon. Mijn vader bracht ons in veiligheid en ging zelf naar het vuur toe. Hij heeft ons gered, maar..’ ze snikte en vervolgde op eenzelfde toon, ‘Hij is een schim tegengekomen, waarna hij zelf een monster is geworden.’ een traan vormde zich in haar traanbuis en verliet haar lichaam via haar ooghoek, waarna het op de grond viel, vermengd met de regendruppels. ‘Ik ben een schimmenveulen, Ves.’ constateerde Fay op bijna onhoorbare toon. Ik probeerde te bevatten wat ze me net allemaal aan informatie had gegeven om te verwerken. Vandaag leken mijn hersenen trager te werken dan anders. Ze was dus technisch gezien deels schim als ik het goed begreep, een monster schuilde in haar. Nee, ik wilde het niet geloven. Faylice, deze lieve merrie, een schim? Gekweld draaide ik me van haar weg, kon het niet bevatten wat ze zojuist gezegd had. De andere kant van mijn lichaam werd nu ook steeds natter door de neerstortende regen. ‘Sorry, Fay.. ik.. never mind.’ mompelde ik en liep weg van haar. Ik walgde niet van haar, nou ja, haar niet-schim deel dan. Een stemmetje in mijn hoofd vertelde me dat ze geen schim was, aangezien ze verwekt was voordat haar vader schim werd, maar voor deze ene keer negeerde ik die. Ik wilde zo snel mogelijk uit haar buurt zien te komen, weg van de merrie en haar schimmenbloed. Ik wist het verhaal achter een schim die paardse nakomelingen had, hij zou ze vroeg of laat allemaal uitmoorden. Ooit zou Fay dus ook uit mijn leven gerukt worden, het enige schepsel naast mijn moeder die ik vertrouwde, om gaf. Ik vorderde steeds sneller, met iedere stap dichter bij Anderfels en verder verwijderd van haar. De regen ontnam me het zicht en voor even dacht ik een donkere schaduw met helse paarse ogen waar te nemen, maar het gewoon mijn verbeelding. In ieder geval dat nam ik mezelf voor. Het was geen volle maan, schimmen konden me niks doen, niet doden. De gedachte aan die griezelige, dodelijke monsters maakte me bang, liet me rillen. Fay.. Waarom had ik zo stom kunnen zijn door haar alleen te laten in Ferelden?! ‘Faylice.. ik stopte, draaide me om en sprintte in rengalop terug naar de plek waar ik haar had achtergelaten. Haar roankleurige vacht kwam in zicht en mijn snelheid verhoogde zich een octaaf; ik wilde zo snel mogelijk bij haar zijn, haar aanwezigheid kunnen voelen. Eenmaal bij haar remde ik af en stopte voor haar neus. Ik keek haar diep haar tweekleurige ogen, beschaamd om mijn domme actie van net. Ik kon, wilde, haar niet haten of verafschuwen. Ze was plotseling in mijn leven gekomen, toeval zouden paarden zeggen, maar ik geloofde daar niet in. Iets had me bij haar gebracht, hier naar BMH gelokt. Al vanaf de eerste seconde dat ik voet zette op het land van de Blauwe Maan was mijn lot al vastgesteld, en zij had haar aandeel daar in. Ik zou haar beschermen tegen Avanti, Triumph en alle andere monsters daar buiten. Zonder na te denken drukte ik haar kleine lichaam tegen mijn sterke borst met behulp van mijn hoofd. Ik bracht mijn lippen tot vlak bij haar oren. ‘Het spijt me, ik laat je niet alleen. Het maakt niet uit wie, of wat, je bent, ik geef om je warme, liefdevolle ziel. No matter what. Niets kan me nog bij je weg krijgen. Ik..’ ik maakte mijn zin niet verder af, maar verborg mijn gezicht in haar lange, donkere manen. Ze was hier, springlevend en wel, niet vermoord door een schim. Ik zou haar voor eeuwig willen beschermen, haar vriend, geliefde en broer willen zijn. Haar steunpilaar in tijden als ze het moeilijk had en haar beste vriend in tijden dat het beter ging.
‘I want to be your favorite hello and your hardest goodbye’
OOC; 1216 woorden x3
|
|
| | | Bo
Profile Number of posts : 2551 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ vr 8 feb 2013 - 16:23 | |
| Faylice verlaat de bespierde hals die haar neus net had aangeraakt. Zijn houding veranderde toen ze haar woorden had verteld. Ze wist wat er ging gebeuren. ‘Sorry, Fay.. ik.. never mind.’ De warme sfeer die zich tussen hen had gevormd was weg gewaaid met de eerste de beste windvlaag die door de 2 heen gingen. Waar hij zich eerst zo beschermend zijn achterhand een pas achterruit zette en haar beschermde tegen de ijzige regen draaide hij nu weg van haar. "Ves.. nee.." kwam er uit haar heel, de woorden leken niet aan te komen. Ze wist het, ze wist dat dit zo zou gebeuren. Hij kon er niks aan doen, het was zo natuurlijk. Hij was bang voor haar. Ze draaide zich om, ze was gewoon een monster. Ze had een deel in zich geketend zitten. Ze wilde het niet, even overwoog ze om zichzelf van de kliffen af te gooien. Maar daar kwam haar moeder tevoorschijn. Ze vormde een hallucinatie op de netvliezen van haar. Haar moeder keek haar aan. Yacira, ze zou niets liever willen dan haar nu zien. Haar lieve stem sprak tegen haar 'blijf geloven schat.' Zo snel als de hallucinatie zich had gevormd was het ook weer weg. Het gaf haar de kracht om te blijven staan. Waarom had ze dit ooit gedaan, waarom had ze de hengst tot haar toegelaten? Waarom was ze zo naïef geweest? Nu was haar hart gebroken, door haar eigen stommiteit. Ze haatte het, het was haar nog nooit gebeurt, maar haar eerste keer was een koude klap uit de warme droomwereld. Ze was eruit geslagen, ze voelde de wind die Vestival had achtergelaten. Natuurlijk was de wind nog kouder en de regen die nu tegen haar aan kletterde. Ze deden bijna pijn, niet alleen drongen ze door tot haar koude vacht, maar daarnaast ook tegen haar ziel. De koude druppels vielen haar stuk voor stuk aan. Ze stortte in, de grond verdween onder haar. Haar liefde was weg, en zij bleef alleen achter, met de blauwe maan op de loer liggend. Ze was voor dood opgeschreven, en ze wist het. Ze was op onbekend terrein, buiten haar kudde waar het veilig was als je geluk had, ze had geen grijntje hoop meer. Het hoefde allemaal niet meer. Ze laat haar hoofd vallen en bestudeert het waterige mos wat ze enkele tellen later vertrapte. Ze was kwaad op zichzelf, ze had een onbekende hengst zich tot haar toe gelaten. Maar de hengst had haar achtergrond niet geweten. Met een schok keek ze op, een hele zachte "Fay.." kwam haar oren binnen trillen. Haar oren draaiden zich naar voren terwijl ze haar hoofdje liet draaien naar de hengst die makkelijk te herkennen was. De half witte hengst draaide zich naar de merrie toe. Tot verbazing keek volgde de merrie zijn bewegingen. Ze schudde haar lok opzij zodat haar glazige, witte oog onthuld werd. Ze wilde zeker weten dat ze de hengst zag en niet wederom een hallucinatie. Ze schrok, het was echt zo, een luide hinnik verliet haar lippen. Was dit echt? Een zwaar bespierde borst duwde tegen de hare aan. Het warme gevoel was teruggekomen. ‘Het spijt me, ik laat je niet alleen. Het maakt niet uit wie, of wat, je bent, ik geef om je warme, liefdevolle ziel. No matter what. Niets kan me nog bij je weg krijgen. Ik..’ Zijn vertederde woorden kwamen liefdevol aan in haar oren. Het kon haar niks schelen dat hij een paar minuten geleden van haar wegliep, hij was teruggekomen. Voor Faylice. "hou van je." vulde ze zijn woorden aan. De woorden waren individueel maar samen vormden ze een zin die in de liefde op nummer 1 stond. Ze legde haar kleine hoofd op de enorme schouder en liet het rusten. Ze hoopte dat dit moment nooit voorbij zou gaan. |
|
| | | Banaan
Profile Number of posts : 1356 Status : Active
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ vr 8 feb 2013 - 20:53 | |
| |
V E S T I V A L Plotseling stopten de wolken met huilen, een zwak zonnetje kwam achter het wolkendek tevoorschijn, alsof ze voor het eerst wakker was geworden na meerdere uren slaap. Ik genoot van de zon die mijn ledematen verwarmde, de zon die mijn hart nog sneller liet kloppen, alleen al door haar aanwezigheid te tonen aan ons. ‘hou van je.’ zei Fay als aanvulling op mijn onafgemaakte zin. Haar Arabische hoofdje werd op mijn brede schouder ter ruste gelegd. Ik sloot mijn ogen, maar bleef alert op de omgeving. Voorzichtig kondigden de vogels de aankomende lente aan, het seizoen van nieuw leven en geluk, het seizoen waarin ík mijn geluk had gevonden, mijn eeuwige liefde voor de paarse roanmerrie. Ze was mijn alles, het enige waar ik voor leefde. We waren allebei nog jong, hadden nog jaren samen voor de boeg, jaren waar ik naar uitkeek. Ik wilde iedere seconde van mijn leven bij haar zijn, van haar aanwezigheid kunnen genieten. Mijn ogen werden geopend en blikten liefdevol naar Faylice. ‘Dat is precies de juiste verwoording voor wat ik wilde zeggen.’ antwoordde ik met warme klanken in mijn fluwelen, mannelijke stem. Ik trok mijn neus terug, die al die tijd in haar manen had gerust, en snoof haar zoete geur diep op. Een geur die iets met me deed, ik wist het alleen niet, ik had het nog nooit aanschouwd. Fay’s eigen geur was ermee verstrengeld. De eerste keer dat ik haar had ontmoet droeg ze die geur nog niet met haar mee. Die zoete geur haalde iets onbekends naar boven, een soort oeroud instinct waar ik maar moeilijk de controle over kon houden. Teder schoof ik mijn schoft weg onder haar lichte hoofd. Ik liep naar haar achterhand en liet de rest vanzelf gaan.
--
Bezweet stond ik daar met een gelukkig gevoel in mijn maag, bij haar achterhand. Mijn ogen keken even verward, zoekend naar de hare, bang dat ik haar pijn had gedaan met mijn ‘wilde actie’. Haastig liep ik naar haar, zodat ze me kon aankijken. ‘Sorry, Fay.. heb ik je.. pijn gedaan? Ik wist niet wat me bezielde zonet.’ sprak ik amper hoorbaar, beschaamd om mijn domme actie. Soms wenste ik het om niet als hengst geboren te zijn, maar als merrie. ‘Ik hou van je, zoveel.’ en drukte mijn snuit tegen haar slanke nek.
OOC; sorry, kreeg er niet veel meer uit. hoop dat je er iets mee kunt.
|
|
| | | Gesponsorde inhoud
Profile
Contact | Onderwerp: Re: I'm not a stranger, no I am yours ~ | |
| |
| | | | I'm not a stranger, no I am yours ~ | |
|
Soortgelijke onderwerpen | |
|
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |
|