Devantium liep met grote ruime stappen door het gebied van rang 1. Hij zocht zijn merrie calliope. Waarom had ze al zolang niks van haar laten horen? Waar zal ze zijn? Devantium was bezorgd en besloot er nu vaart achter te zetten om haar te vinden. Devantium richtte zijn ogen op de horizon en week af en toe af om even opzij te zoeken. Hj gooide eens in de tijd zijn zwarte neus in de wind om bekende geuren te kunnen vinden. En zijn oren waren gericht en gefocust op ieder geluidje. Devantium werd er knap nerveus van.
Eenmaal bij de kudde aangekomen hief hij zijn hals op om over de paarden heen te kijken. De kleine delight kwam even naar hem toe en keek hem aan. Ze groeide al hard dat was te zien maar ook delight had mama niet gezien. Devantium gaf zijn kleine veulentje een warm neusje waarna hij weer zijn weg vervolgde opzoek naar calliope. Hij hief zijn hoofd in de lucht en liet een schelle luide hinnik horen met haar naam erin. Waar zal ze toch zijn? Devantium wist geen raad meer, en hij moest zeker ook wat aan haar vragen en ergens mee k er hebben. Maar waarom kon hij haar nou niet vinden, waarom? Hij draafde aan in een vlotte en denderende draf. Zijn manen danste imposant in de wind. Hij was prachtig om te zien. Zijn mooie lichaam scheen als een parel in de zon. Even deed hij zijn neusje al dravend omlaag om het pad te besnuffelen, maar nog steeds geen geur van calliope.. Nogmaals een schelle hinnik. En hij richtte zijn oren op een geluidje wat er misschien komen zal.