-MaXx
Profile Number of posts : 101 Status : Active
Contact | Onderwerp: Invictus zo 10 jun 2012 - 11:57 | |
| Gehuld in de schaduwen van de hoge bomen stond een grijze hengst verborgen. Zijn vachtkleur was niet echt de ideale schutkleur, maar het kon er mee door en hij wist zich redelijk onopvallend door de omgeving te bewegen. Onzichtbaarheid was een troef die hij maar al te graag benuttigde om te gaan en staan waar hij wilde, zonder vervelende paarden op zijn nek te krijgen. De hengst was nogal kort van lont, en hij was niet bang om aan te vallen zonder een duidelijke reden. Hij kon het alleen niet maken dat hij de leader van een kudde tegen zich zou krijgen. Kwaadaardig was hij wel, maar tegen een hele kudde zou hij het niet halen. Zo dom was hij niet. Hij kon soms een tikkeltje overmoedig zijn, maar gelukkig haalden zijn hersenen het af en toe op zijn impulsiviteit. Helaas had hij op sommige cruciale momenten in zijn leven een fout gemaakt. Fouten die hem in deze situatie gedwongen hadden. Hij miste de veiligheid en de vertrouwelijke band van zijn eigen kudde. De geheime ceremonies onder de nachtelijke hemel, het gevoel van verbondenheid als je door het hele bos hun gedicht hoorde. Het gedicht, het typeerde de hele kudde zo hard dat hij het doodzonde vond dat niemand anders het mocht kennen. Natuurlijk zei hij het nog op, elke dag, zoals het hoorde, maar het had hem ook een hele tijd gekost voor hij het vanbuiten kende. Gelukkig had hij hulp gekregen van de Godin zelf. De woorden stonden in zijn ziel gebrand, de betekenis was in zijn kop geprent. Geen enkele andere sterveling mocht het gedicht kennen, en eigenlijk zou hij het zelf ook niet meer mogen opzeggen. Hij was immers verbannen uit de kudde. Genesis had dood moeten zijn. Hij was ternauwernood aan zijn dood ontsnapt, omdat zijn instinct hem aangedreven had tot vluchten. Nee, de hengst was alles behalve laf, maar hij was niet altijd roekeloos. Zoals gezegd; tegen een kudde moordlustige of kwade paarden kon hij het niet halen. Met een soepele tred begon hij te draven. Zijn hals boog hij elegant en hij tilde zijn benen mooi op. Hij was een arabier, een van de edelste rassen, al zei hij het zelf. Hij ging over in een verkorte galop en ontweek handig alle bomen die op zijn pad kwamen. Dit gebied begon hij goed te kennen, zo ook alle hindernissen die hij tegen zou komen als hij rechtdoor zou blijven gaan. Maar dat was niet zijn doel. Een klein meer, gelegen op enkele honderden meters van hier, daar zou hij naartoe gaan. Zijn grijze manen sloegen tegen zijn hals aan en zijn staart wapperde in de wind. In een korte tijd was hij aangekomen. Op de oever bleef hij staan, en hij keek naar zijn spiegelbeeld. Het water was koud toen hij er in liep, en toen het tot aan zijn flanken stond, bleef hij staan. Hij dronk van het heldere water en begon toen terug te lopen. Plots bleef hij staan, zich ervan bewust dat er een ander levend wezen in de buurt aanwezig was. Hij hinnikte zacht, om zijn aanwezigheid bekend te maken. Nu maar wachten tot het andere paard zich ook bekend zou maken. &ForeverUnknown, met een tot dit moment onbekend account c: |
|