Kratos had geen haat voor de zon. In feite droeg hij voor niets haat. Haat was voor hem een onbekend begrip. Maar ook liefde had bij hem geen plaats. Hij snapte de woorden niet, kon ze niet thuisbrengen of verwoorden. Honger, dat kende hij wel. Lichamelijke lust. Het gevoel van adrenaline door zijn aderen op de nachten dat de stoppen wederom tilt sloegen in zijn hoofd. Hij had dat gevoel vaak gehad, hij was vaak veranderd in een wild, onbegripvol en onredelijk wezen, maar sinds avanti zijn tanden in hem had gezet waren die nachten bovennatuurlijk. Hij had eerder gedacht dat hij een van de meest krankzinnige wezens was op aarde, maar hij had gemerkt dat het inderdaad nog erger kon.
Bij zijn eerste blauwe maan was hij veranderd in een regelrecht beest. Een gore, zwetende verschijning. Hij was niet angstaanjagend geweest door zijn woorden of zijn dreigementen, die maakte hij nauwelijks. Zijn verschijning had genoeg gezegd: schuimende vacht, onrustige ogen, druipende mond,... Om een of andere reden maakte de blauwe maan hem tot een echt beest en hij vond het niet eens erg. Waarom zou hij ook, kratos was een van de meest machtsgeile schimmen die er waren en hij speelde liever spelletjes dan dat hij paarden vermoordde. Ledematen openreiten om vervolgens zijn tanden in de open spieren te zetten.
Zo ook stond hij hier nu, in de schaduwen. Axis was een opdracht van avanti die hij graag uitvierde. Alhoewel de blauwe maan slechts in aantocht was, was het toch al te merken aan zijn manier van doen. Zijn nekharen, die net als de rest van zijn vacht wat langer waren dan bij normale paarden, stonden recht overeind en de oncontroleerbare honger was al lichtjes te zien in zijn ogen. Axis volgen was voor hem niet moeilijk geweest en hij had niet eens de moeite gedaan om het te verbergen. Wanneer de hengst spreekt moet hij enkel even schril lachen. Een lach die al verbijsterend dicht aanleunde bij het krankzinnige gejammer van iemand die al jaren in een dwangbuis zit. 'Maak je geen illusies, lieve axis. Als ik mijn bedoelingen wou verbergen had ik mijn best wel gedaan.'