De dag had de nacht verstoten, en Eros had toegekeken hoe de rest van de kudde zich had neergelegd bij de vermoeidheid die de nacht deed eisen. Hij had zich nooit echt bij de kudde gevoegd, maar hield er altijd een oog op, van een afstandje. Mocht er gevaar dreigen zou hij niet terug deinzen, iets wat hij van zijn vader had meegekregen. Hij had zijn achterhoef op rust gezet en besloot te genieten van de rust die een zonsopgang met zich mee bracht. De zon liet nu nog slechts een kiertje zien van zichzelf maar de felheid ervan vertelde hem dat het een warme zomerdag zou gaan worden. De zon had hem uitgenodigt weg te zakken in zijn gedachtes, zijn verleden. Die ruzie die het lot had bepaald dat hij hier zou komen. En nog steeds was hij boos op zijn vader, maar een enigsinds begrip van Eros kant kwam heel rustig aan het oppervlakte drijven en voor het eerst had hij die niet terug gestopt in de dieptes van zijn kwaadheid. Hij liet het daar waar het kwam bovendrijven.
Zijn ogen gleden weer langzaam totdat de kudde op het netvlies was verschenen, verderop stond de leider van rang 1 de wacht te houden met zijn merrie ernaast. Hij had ervan gehoord, zowel de slechte als goede verhalen maar moest nog uitvinden welke hij zou kiezen. In een vloeiende beweging laat hij zijn hoeven vooruit ploegen door de heuvels en laat zijn lichaam rustig stappen. Geen machtige rollende spieren, maar een ontspannen stap, zijn hoofd trots geheven zoals hij dat aangeleerd had. Zijn vader had hem veel meegegeven, en was een goede vader geweest. En toen kwamen die verdraaide merries, eigenlijk viel het hem op een bepaalde leeftijd op, eerder was hij te jong om het echt op te merken, en op een leeftijd ging hij zich eraan iriteren. Rond zijn 5de. Daarna was het alleen maar een kwestie van de iritatie opbouwen totdat de emmer over loopt. Een grote ruzie volgde daarop en zo stond hij hier, want hij wist dat zijn vader nog om hem gaf, en stuurde hem naar het veiligste gebied waar hij het kende, ondanks de schimmen.
Een sillhouet laat hem opkijken, zijn ogen vinden al snel de vorm in de zonsopgang. Een bijzonder gekleurd paard, die je niet heel vaak ziet. Maar zijn eigen kleur was trouwens ook niet heel gewoon. Champagne en brindle met spikkels, nee, zijn kleur zag je ook amper maar wat maakte het uit? Aangezien het karacter van een paard het toe deed, kon je lelijk zijn of niet. "Hallo daar?" Begon hij vertwijfeld zijn gesprek, wachtend op de reactie ervan van de andere, zo te zien, hengst.