Jennes
Profile Number of posts : 179
Contact | Onderwerp: Can you help me? Its me devantium do 1 maa 2012 - 23:01 | |
| Devantium stond een beetje op het strand omzich heen te kijken. Zijn achterbeen in een ruststand en zijn ogen half dicht. Heerlijk relaxt luisterde hij naar het zeewater wat zachtjes en kalm een vredig geruis maakte. De zeewind deed zijn onderste puntjes dansen en zijn dikke staart bewoog ook fijntjes in de wind. Devantium haalde even diep adem zodat de frisse zeelucht zijn longen vulde waarna hij het met een lange en vredige bries uitzuchtte. Hij dacht aan calliope en delight. Hoe kon het dat hij al een tijdje niks meer van ze hebben gehoord. Ze zal er toch niet alleen vandoor zijn met de kleine merrie. Hij schudde zijn grote hoofd. Nee dat kon niet en dat mocht hij ook niet denken. Hun liefde was zo sterk. Dat hoopte devantium.
Hij opende zijn ogen even met een diepe zucht en keek even over de zee heen. Die tot aan de horizon doorliep. Het leek wel alsof de aarde daar ophield. Maar devantium wist dat de aarde ondenkbaar groot was. Alleen leek het wereldje soms zo klein. Weer verliet er een zucht zijn keel en stapte hij met een gebogen hals over het strand. Geknisper van het zand onder zijn grote hoeven. Waarom voelde hij zich zo alleen? Waarom voelde het alsof alles even mislukte? Devantium wist even geen raad meer. Altijd helpt jij paarden. Maar op dit moment had deventium een peptalk nodig. En waarom? Dat wist hij zelf niet eens.
Met een grote plof liet hij zich in het mulle zand vallen. Een kreun verliet zijn keel. Nog geen paar tellen later lag hij languit in het zand. Zijn ogen gericht op de blauwe hemel. Turend naar de wolken die voorbij kwamen zetten. Langzaam vielen zijn ogen steeds meer dicht en was hij in een diepe slaap vertrokken. Naar een land waar alles mogelijk was. |
|
Sapphire
Profile Number of posts : 594 Status : Absent
Contact | Onderwerp: Re: Can you help me? Its me devantium wo 7 maa 2012 - 20:28 | |
| Shade Die snoof de palomino de nog vochtige lucht op. De waterdamp hing nog overal, het gras was vochtig, struikjes, de bomen, alles. Ondanks dat de lente haar intrede had gemaakt scheen het zonnetje niet. Nee. Eindelijk, eindelijk was de boel weer eens zoals ze het het liefste zag. Sinds het verstrijken van de vorige blauwe maan had ze ongeduldig als ze altijd was geweest elke nacht omhoog gekeken, om de stand van de maan nauwkeurig te bepalen. Geduld was nooit een van haar sterke kanten geweest. Lang wachten op iets of iemand vond ze ondragelijk, ze ergerde zichzelf kapot. Ze had in dezelfde tijd veel nuttigere dingen kunnen doen. Echter was het een heel ander verhaal als iemand persé om haar aandacht vroeg, haar riep. Zeker toen ze in een land ver van hier aan het hoofd van een kudde had gestaan had ze rustig haar tijd genomen om op haar plaats van bestemming te komen. Hoe langer de ander zou moeten wachten hoe beter hij of zij voor de palomino had bewezen genoeg respect voor de ranke merrie te hebben. Maar als iemand zich in zijn of haar domme kop had gehaald haar lang te laten wachten waren de rapen gaar geweest. Vandaar ook dat ze als het om haar nieuwe, huidige, leider ging ze zich op een vlot tempo in zijn richting begaf. Haar status hier was niet wat het een poos geleden was geweest, ze was hier nog niet lang, dit zou haar tweede volle maan zijn. En de eerste waarbij ze er écht van kon genieten. Want zeg nu eerlijk, je rug plompt door een veel sterker wezen laten breken om vervolgens verlamd op de grond te zitten was niet iets wat als prettig ervoeren kon worden. Nog steeds was Ayana niet haar favoriete medeschim, maar ze had de plaatsing van de valkkleurige schim geaccepteerd, weten dat ze Avanti’s favoriet was. En daar moest ze het maar mee doen. Tot ze natuurlijk haar kans kreeg om te schitteren. En daarvoor zou Sythka zich absoluut niet terug trekken, niemand zou haar die kans uit handen nemen.
Diep snoof de slanke merrie de zilte zeelucht in. De geur van een paard, overduidelijk alleen, was goed te onderscheiden. Vrijwel vanzelf liep haar mond vol speeksel dat ze eerst weg slikte voordat ze zich met een sinistere grijns iets oprichtte en met ruime, krachtige drafpassen begon te lopen. Niemand –enkel Avanti, Ayana, Achilles en Sjahada– zouden haar bij kunnen houden. Het was niet zozeer dat ze zulke grote en ruime passen maakte, nee, het was de kracht die door haar lichaam stroomde. Kracht die ze ontleende aan de blauwe maan die drie dagen per maand haar mysterieuze kracht over haar trouwe volgelingen verdeelde. De grijns die haar gezicht ontsierde liet haar scherpe tanden zien, iets waar ze over duidelijk trots op was. Nee, ze had niet tegen gesputteld toen Avanti haar plat tegen de grond had gedrukt –niet dat ze met een gebroken rug veel had gekund– en ze was blij dat ze had kunnen krijgen waarvoor ze gekomen was. Anders was ze dood veel beter af geweest. Deze wereld was helemaal niets voor haar om vanuit de kudde te beleven. Hier had ze maar een korte tijd tot behoord en Syth had zich afgevraagd of er nog enkele waren die haar herkenden. En dat zou ze gaan uitproberen op het gestalte van een Friese hengst voor haar. Eentje waarvan ze zeker wist dat ze hem aan kon, zolang de blauwe maan haar krachten voedde. ”Hallo daar. Lekker aan het doezelen?” klonk haar haast mierzoete stem vervuld van plezier. Haar ogen waren strak op het gestalte gericht, wetend dat hij haar aanwezigheid pas opmerkte zodra ze gesproken had. Alleen de oudere schimmen konden haar horen aankomen, voor de normale paarden was ze te stil om opgemerkt te worden.
We kiss and tremble with delight. |
|
|
|