Spott liep onrustig heen en weer. Ze had eindelijk de BMH gevonden. Maar ze wou graag in een kudde. Ze knabbelde aan wat gras maar ze had eigenlijk geen trek. Ze zag een muisje zitten en liep er op af. Het muisje bleef stokstijf staan. Was het dood? Ze snuffelde aan het muisje, maar het bewoog niet. Ze drukte haar neus tegen het buikje. Haar manen ritselde zacht. PIEP!, deed de muis. Ze schrok en stoof achteruit. Het muisje was omgevallen, maar het bewoog nog steeds niet. Wat is dat nou? Ze hinnikte en draafde er weer op af. Ze plante een hoef in de buik van de muis. PIEP! Het geluid deed pijn aan haar oren. Ze likte aan de muis en proefde een vieze smaak. "Bah!", spuugde ze. Ze steigerde. Wat was dat voor een ding?! Ze liep er een eindje vandaan en ging liggen. Toen zag ze een vieze bek met slijm uit de bosjes komen. Dan kwam een te klein lijfje voor zijn grote kop uit de bosjes. Een hond! De hond had een ding rond zijn nek. Met punten aan en er liep een soort touw langs omhoog. Ze keek schichtig om zich heen en vond een klein groepje bomen. Ze draafde er naartoe en verstopte zich tussen de bomen. Ze hoorde in de verte gehinnik en toen PIEP! De hond had het muisje opgepakt en zat er mee te gooien. Een woest gebrul klonk vanuit de bomen. De hond legde zijn oren plat en jankte zachtjes. Dan kwamen er heel rare dieren uit de bosjes. Ze liepen maar met 2 poten en waren helemaal kaal. Ze hadden een beetje vacht op hun hoofd. Ze hinnikte en liep weg. Na een tijdje kwam ze op een open plek en zag een kudde staan. "Hallo!, hinnikte ze. Ze draafde ernaartoe en zag een mooie merrie staan. "Zij moet de Beta zijn.", murmelde ze. Ze liep naar het groepje en mengde zich erin. Na een tijdje gepraat te hebben liep ze naar de mooie merrie.