Jennifer Administrator
Profile Number of posts : 4988 Status : Active
Contact | Onderwerp: Velkan Valerius vr 7 dec 2012 - 13:50 | |
| Velkan Valerius Mijn naam is Velkan, geen naam met betekenis, enkel een naam die men moeder me gaf. Voor vele paarden die me al wat langer kennen heet ik vaak Val of Valerius wat staat voor dapperheid en kracht. Dus bij deze heet ik Velkan Valerius, een creatie gemaakt door zowel moeder, familie als vrienden. Nu op dit moment ben ik tien jaar oud, ik ben een prachtige hengst voor wie goed kijkt. Vreemden kijken vreemd op als ze me zien lopen maar anderen, men kudde, die zijn me gewoon om wie ik ben. Mijn vader is een fries, men moeder een vrij grote elegante merrie. Tegenover haar is er weinig aan me dat haar doet herinneren aan haar tijd als veulen. Ik ben robuust, zwaar, gratievol en draag een zwoel charmant aura rondom me. Ik ben aantrekkelijk voor degene die me willen aanspreken. Ik ben voor het grootste deel gitzwart, heb lange zwarte manen met soms wat wittere plukken doorheen. Dat heb ik aan men moeder te danken, het witte in mijn lichaam. Vanaf men hoeven loopt een dunne witte aftekening rondom men benen naar boven, zo fijn, zo elegant maar vreemd. Je hoort geen aftekeningen te hebben die zo verfijnd en prachtig zijn. Zo is het bij alle vier men benen en het stopt bijna even snel als mijn been eindigt. Ik heb geen beenbeharing maar draag wel een volle dikke zwarte staart. Over mijn rug loopt een witte aalstreep die helemaal van tussen mijn oren komt. Mijn hoofd is misschien nog raarste, ik heb een bijna volledig wit hoofd. Of moet ik zeggen dat mijn bles enorm breed is uitgelopen? Tot net over mijn beide ogen ben ik wit zonder een roze neus. En dan mijn ogen … Het hangt een beetje af van waar ik me bevind. Aangezien de kudde vaak aan bosgrond leeft vind je me meestal terug in het bos. Ik voel me er rustiger, in het licht ben ik sneller afgeleid. Maar als ik onder de zon loop hebben mijn ogen een blauw paarsachtige uitdrukking, naarmate de nacht nadert of ik in het bos ben zijn mijn ogen geheel paars. Moeder zegt dat het me speciaal maakt, magisch.
Ik heb een afwijking, geen ernstige maar toch eentje waar ik rekening moet mee houden. Het viel me voor het eerst op toen ik enkele maanden oud was. Zonlicht weet me op een bepaalde manier te tergen. Ik heb hoofdpijn, ben sneller afgeleid en voel me futloos overdag … of tenzij ik in de schaduw van de bomen sta, dan voel ik me beter. Laten we zeggen dat ik lichtgevoelig ben, dus ben ik vaak in de bossen. Ik ben er als dat nodig is want anders zou ik de naam Valerius nooit waardig zijn. Maar soms is het lastig, het put me uit weet je … dat zonlicht. Het doet dingen met me die ik niet wil, het maakt me een beetje kapot. Maar ik ben er al tien jaar aan gewend, al tien lange jaren dat ik weet op welk moment van de dag ik het best tevoorschijn kom.
Hoe ik ben … Ik ben een krachtige hengst, gratie, charme en strijdlust zijn me ten lijve geschreven. Ik ben misschien een tikkeltje te impulsief, te snel in mijn besluit. Maar wat me vooral zo kenbaar maakt ik mijn mysterieuze uitstraling, mijn charmante aura. Ik heb een vreemde manier van denken, een soms niet echt logische manier van denken. Ik ben goed met woorden, te goed op moment en weet je snel te lezen. Wil je weten wat ik het leukst vind? … Het lezen van je ziel. Soms denk ik dat mijn ogen gewoon dwars door je heen gaan, je kunnen lezen. Ik merk elke spanning, ik hoor iedere ader kloppen en het is fascinerend. Het maakt een winnend succes bij de dames. Ik kom met iedereen behoorlijk goed overeen. Met andere hengsten vermaak ik me prima, ik kan een hele goede vriend zijn. Merries … ach merries … een geschenk van de goden, zo zie ik het altijd. Ik hou van merries, ik verslind ze op een passionele manier. Velen kunnen niet weerstaan aan me, ik doe er niet men best voor maar op de één of andere manier werk ik als een magneet. Je bent graag bij me, je verteld me graag je geheimen en ik zal je zeker helpen. Dat zijn de goede dingen, helaas heb ik meer slechts in men ziel dan goeds. Men moeder is zeker dat ik half Satans zoon ben maar subtiel ben in mijn handelingen. Daarom houdt ze me niet tegen. Ik heb nog nooit een moord gepleegd … wacht … misschien eentje als je wolf als waardig meerekent. Ik ben dus meer slecht dan goed. Ik ben vals, lustig, hebberig en trek je mee in mijn zieke wereld. Ik speel dingen door die niet door te spelen vallen, ik doe onopzettelijk dingen die je niet wilt dat ik doe. Ik ben krachtig en machtig en ik maak daar misbruik van. Lust naar meer … daarom wil ik geen onschuldige paarden doden, omdat ik denk dat het me zal meesleuren in een andere zieke twist van mijn geest. Zullen we zeggen dat ik verslaafd ben? Verslaafd aan de hebberigheid van al hetgeen ik al gehad heb? Ja, zo ben ik. Ik werk eraan, ik probeer het te verdringen maar er is altijd dat stemmetje in mijn hoofd, die boodschap die zich blijft herhalen … de boodschap van mijn vader.
Mijn verhaal? Ik ben geen leider geweest, noch een belangrijke hengst in de kudde. Ik ben zowat degene die kijkt en het iedereen naar zijn zin maakt. De kudde trekt zich niets aan van mijn hebberigheid, mijn lust naar meer. Ze zijn me al gewoon sinds men geboorte en ik ben ook altijd nuttig geweest. Op mijn drie jaar redde ik men jongere halfzusje uit het meer, ze was door het ijs gezakt en niemand durfde haar te redden. Ik ben niet heldhaftig maar ik voel me wel verantwoordelijk voor sommigen in mijn vriendenkring. Ik nam het op tegen wolven omdat de kuddeleider ziek was. Ik was een held ookal wou ik enkel maar dankbaarheid en geen eer. Weet je nu hoe ik aan mijn naam Valerius kom? Ik redde levens, keer op keer zonder me er vragen bij te stellen waarom ik die drang daarnaar had. Daarnaast vertelde ik ook geheimen door aan anderen, geheimen die ik helemaal niet mocht doorzeggen. Dat brengt mij, Velkan Valerius, op de eeuwige weegschaal van goed en slecht. De ene moment haat de kudde mij omdat ik ze tegen elkaar opzet en de andere moment kunnen ze me niet meer dankbaar zijn. De ene moment voel ik me meer goed dan slecht en dat plots kantelt dat helemaal. Ik vind het vreemd dat ik zo wisselvallig ben, vreemd dat ik zo’n zieke gedachten in men hoofd kan laten binnensijpelen. Liefde is een gevoel dat ik nooit heb gehad heb, verliefdheid wel, er zijn genoeg merries waar ik voor door het vuur zou springen maar geen enkel van hen zou ik mijn leven geven. Misschien ken ik liefde voor mijn moeder … waar ze is net overleden dus het gevoel verband zich bijna meteen met haar dood. Merries maken je zwak ondanks al hun pracht en elegantie. Ik geloof dat mijn vader me dat vertelde …
Over mijn vader en zijn plichtsgetrouwe ziel gesproken. De kudde kent hem niet aangezien mijn moeder alleen was toen ze gedekt werd en ik kwam. En hij was er niet bij mijn geboorte, ik zag hem pas voor de allereerste keer toen ik amper twee jaar was. Toen ik mezelf opsloot achter de schaduw van het bos. Ik voelde me onrechtstreeks aangetrokken naar hem en ik keek zeker naar hem op. We hadden veel gelijkenissen, hij was de typische robuuste fries en had een even zieke ziel als ik, kwam ik pas later achter. Hij gaf me geen glimlach, nog een teken van trots. Hij stelde me een reeks vragen over hoe mijn leven zou worden, wie ik zelf zou worden en wat ik wilde doen. Zijn woorden vraten aan mijn ziel, zijn slechtheid sijpelde binnen en maakte me tot wat hij zelf wou. Machtig en krachtig, het type dat oorlogen wint. Het is pas sinds die dag dat ik me anders ging gaan gedragen, meer hebberig, meer charmant en meer lustig. Hij gaf me een opdracht, een geheime missie noemde hij het. Die luidde als volgt:
“Op de dag die je zelf kiest, is dat nu of over tien jaar dan verlaat je de kudde. Je zegt hoe belangrijk het is dat je dit doet en je vertrekt. Je rent tot de maan je inhaalt, je rent tot de verhalen over dood en verderf overal rondom je zijn. Je wacht tot de volle maan … is hij blauw dan zit je goed! Je zegt niemand wie je bent of wat je hier doet. Je zegt niemand wie je ouders zijn, wat je zo speciaal maakt. Voor de rest ben je vrij om te doen wat je wilt. Ik denk dat je karakter het dan wel zal overnemen. Koester ieder geheim en deel het niet met onbekenden. Je moet de weegschaal stabiel houden jongen want het is de enige manier om me te geven van ik wil. Ik heb je gewaarschuwd, gewaarschuwd voor wat ik kan doen. Zelf ben ik daar ook, ik zal naar je kijken en misschien wel trots zijn. Vergeet deze opdracht niet, geef me wat ik wil en dan geef ik jou een eeuwig geschenk.”
Hij gaf me nog een hele uitleg omvattend mijn taak. Het drong pas tot me door toen mijn moeder stierf. Dan pas besefte ik dat die dag gekomen was, dat die dag me tot dat land zou brengen. Ik zei precies wat hij zei dat ik moest zeggen en vertrok. Zijn woorden bleven in mijn hoofd malen en ik keek met de dag meer en meer naar hem op. Niet door zijn zieke geest maar vanwege zijn visie … de visie over alles wat goed en slecht was op deze wereld. Ik zou iedereen willen zeggen hoe ik opkijk naar mijn vader maar dan weer … ik mag niet van hem. Ik zou willen schreeuwen, zijn naam schreeuwen ik zou willen zeggen: “Mijn vader is de almachtige Avanti!”
|
|
|