Het gedonder van galopperende hoeven. Verschillende paarden die hinnikten. Minimaal tien verschillend gekleurde paarden stoven voorbij onder de heuvel waarop een andere hengst zich bevond.
Lange zwarte manen waaiden op in de herfst wind. Bladeren waaiden tegen zijn benen en vervolgens er tussen door om hen weg te vervolgen. Zijn lichaam vulde zich met lucht waarna hij diep en luid uit snoof. Zijn ogen volgden de kudde en hij kon het niet laten om gewoon naar sommige merries te kijken. Er waren zoveel leuke merries in de kudde, maar een outcast als hij die nog niet eens de moeite nam gedag te zeggen tegen de andere paarden... Het was onmogelijk. Hij brieste diep en zag daarna hoe de kudde achter de heuvel verdween.
Eens in de zoveel tijd verplaatste de kudde zich en hijzelf? Hij rende ergens achteraan. Zijn favoriete plek in de kudde. Niet zo belangrijk als de leiders, niet zo interessant als de andere kuddepaarden, niet zo alleen als de loners in Seheron en niet zo gevaarlijk als de Schimmen. Hij zette zijn lichaam aan tot een galopje om achter de kudde aan te gaan. Hij merkte hoe een spier in zijn rug verkeerd zat en een keer bokte waarna deze weer goed ging.
De zwarte hengst liet zijn donkergroene ogen over de omgeving gaan en rende gevaarlijk dicht langs de bosranden. Al was het blauwe maan. De zwarte hengst vreesde nog zonlicht, noch de blauwe maan. De dood is iets wat men beter kon onarmen. Het was een deel van het leven. En zo kon je het beter zien.
De hengst, bekend als Don Romero, of kort gezegd: Don, draaide zijn oren naar achteren en versnelde zijn galop. Hij stopte pas wanneer hij de kudde weer in het zicht had. Hij keek naar de kudde en ademde redelijk snel waardoor kleine dampwolkjes opstegen naar de donkere hemel.
Hij had zijn plek weer gevonden. Buiten de vertrouwde kringen van de kudde, maar hij besloot het eens anders te doen. Hij bracht zijn benen naar een stap, daarna naar een draf en daarna naar een galop. Hij rende recht op de kudde af. Maar in plaats van te stoppen, maakte hij snelle wendingen om tussen de paarden door te kunnen gaan en stopte pas met galopperen wanneer hij aan de andere kant van de kudde stond. Hij keek weer neer op de kudde. Een grijns om zijn lippen. Hij werd er gewoon een beetje onrustig van binnen waardoor hij heen en weer bewoog. Dit voor maar kort, want daarna stopte hij weer om met een grijns naar de kudde te kijken. Hij deed het af en toe, kijken naar een leuke merrie in de kudde, maar op dit moment? Nee, hij zag nog niets. Maar hij had tijd genoeg om naar een leuke merrie te zoeken...
Be careful making wishes in the dark
Can't be sure when they hit their mark