Vespero. De bruine brede hengst liep door het gebied van bmh. Zijn oren ontspannen naar achteren gericht, zijn ogen op de weg voor hem gericht en een neutrale gezichtsuitdrukking op zijn edele hoofd. Zijn verleden heeft hem doen na denken ver bepaalde dingen. Hoe hij samen met andere hengsten de hengst E'ves heeft gediend, en gesteund bij dingen en beslissingen. Hoe hij samen met de andere paarden vol ongeloof uiteindelijk dit paard door wantrouwig gedrag de rug hebben toegekeerd, hoe ze deze hengst pijn hebben gedaan en gekleineerd. Tja zo was het leven nou eenmaal, en zowiezo die hengst vroeg er zelf om. Het was zijn eigen schuld. Wat kon vespero er nu aan doen dat die grote leider vermoord is door die ex vriend van hem. Hij had hem gewoon niet moeten vertrouwen.
Met deze gedachtes liep deze imposante hengst door het gebied van rang 1 heen. Een teken van vroeger droeg hij op zijn lichaam, een teken waar hij niet vanaf kon, en ook eigenlijk stiekem ook niet wou. Het was een teken van een bondgenootschap, die nu toch niet bestond naar zijn idee. Zijn benen droegen zijn lichaam naar waar hij heen wou, zijn oren lieten hem verschillende geluiden oppikken en zijn neus ving elk geurtje wat de wind hem bracht uit de lucht. Tja, Vespero was een pientere hengst, een slimme hengst met veel denkvermogen en veel kracht in zijn lijf wat ook te zien was.
Vespero was nieuw in dit gebied en vroeg zich af wie hier allemaal leefde. Zou hij oude bekende tegenkomen? En nieuwe paarden? Wie weet. De tijd zal het leren en het lot van boven zal hem leiden. Je leek soms wel een pop aan touwtjes, het leek soms wel alsof je zelf in je leven niks te vertellen had. E dat het allemaal geregeld werd door wezens van bovenaf waar je met je slimste gedachtes niet bij kon komen. Het zak Vespero een worst wezen. Hij zal het aan moeten kijken. Hij ziet wel wat er dit keer op zijn pad gaat komen.
In een volle en ruime krachtige stap kwam hij bij een gestrekt grasveld uit. Het verse groene voorjaars gras glom je tegemoet, het was mooi en lekker om te zien, alleen was hij nu meer geintreseerd in water. Water wat zijn droge keel zou kunnen smeren en zijn dorst zal kunnen blussen. Hij kon niet eens meer normaal zijn tong over zijn gehemelte halen, alles was droog. Hij stak zijn neusje in de wind en vond een geur wat leek op vers bronwater. Hij zetten zijn brede bruine lichaam aan in een gallopje richting de beek waar het heerlijke water hem naar toe lokte. Eenmaal aangekomen keek hij nergens meer naar en duwde zijn bruine neus in het water en begon heerlijk van te drinken. Grote slokken zag je door zijn als naar beneden glijden. Naar een paar grote slokken te heb en gedronken hoorde hij wat naderen. Zijn oren schoten wantrouwend naar achteren en hij hief zijn hals en hoofd met een ruk op. Wie was daar? Vespero hield zichzelf muis stil en keek richting het geluid. Met nog een druppende onderkin liet hij het geritsel en gestamp in de gaten en verroerde hij geen haar.