|
|
| |
Auteur | Bericht |
---|
Gast Gast
Profile
Contact | Onderwerp: Re: Facing fading feelings ma 3 sep 2012 - 21:29 | |
| mercy is bad for the vision almighty e'vesdar Zijn blik word gevangen door de ogen van Morrow, haar gelaat veranderde na zijn woorden en de haat leek voor een moment uit haar houding te vloeien. Misschien was dat iets wat ze gemeen hadden, misschien was dat het enige dat ze ooit gemeen zouden hebben, maar het was iets, een heel klein ding dat ze misschien kon verbinden als daar ooit de kans voor zou aandienen. Echter lijkt die kans al weer voorbij te zijn gevlogen als ze haar ogen knippert en de weemoedige blik uit haar ogen verdwijnt. Een schamper, haast spottend lachje vult de lucht en E’vesdar legt zijn oren plat in zijn nek; net op het moment dat hij dacht dat ze werkelijk gevoelens had laat ze zien dat dat alles behalve het geval is. Hij kon het haar niet kwalijk nemen natuurlijk, hij was nou niet bepaald op zijn best geweest de paar uur die hij met haar had doorgebracht, waarschijnlijk zou hij juist raar op hebben gekeken als ze hem niet merkwaardig vond. Immers had hij een mooi figuur van zichzelf gemaakt, hij had dingen gezegd die hij niet had gemeend en handelingen verricht die hij nu liever terug nam. Deze merrie zorgde er voor dat het bloed door zijn aderen raasde en zijn hart een slag oversloeg, tevens was zij het wezen dat zijn grootste irritatie had verdient. Ze werkte hem merendeel op zijn zenuwen maar gaf genoeg van zichzelf weer bloot om hem geïnteresseerd te houden, hij vervloekte haar daarom. Wanneer ze haar lichaam sjokkend naar de andere kant van de grot brengt kijkt E’vesdar vanaf zijn liggende positie naar haar, haar gemompelde ‘Jájá’ was geïrriteerd en zorgt voor een gekwetste blik op zijn gelaat, hij wend zich van haar af en gaat met zijn rug naar haar toe liggen. Zijn gedachten gaan terug naar zijn wandeling van vanmorgen, hij had stoom uitgeblazen in de bergen, had verkoeling gezocht in de sneeuw. Hij had uit kunnen razen en Rys los gelaten, zijn krachten op de vrije loop gelaten en geprobeerd zijn woede uiteindelijk onder controle te krijgen. De ochtend had zwaar op zijn maag gelegen en hij had zich ziek gevoelt toen hij aan de wandeling terug begon, had hij maar geweten dat hij haar zou tegen komen, misschien dat hij er dan beter vanaf was gekomen. Misschien dat hij haar dan op een andere dag zou hebben ontmoet en dat ze hem wel had gemogen, misschien in een andere omgeving en op een ander moment als E’vesdar zijn emoties beter onder controle had gehad, misschien had hij dan kans gemaakt, misschien had hij dan iets meer van haar vertrouwen kunnen winnen. Het leek nu allemaal veel te ver uit zijn bereik, en hij snapte ook niet waarom hij de behoefte voelde om een vertrouwenspersoon voor de merrie te worden, het was duidelijk dat hij niet gewild was, en haar behandeling was ruw en vrij grof geweest. Hij had haar beter de rug kunnen keren voordat ze hem nog erger zou kwetsen dan ze al had gedaan. Wanneer haar zachte gemurmel op houdt en haar ademhaling zwaarder word draait E’vesdar zijn lichaam, glijden zijn gouden ogen over haar vredige gelaat. Zo zonder die eeuwige spot in haar ogen was ze knap, met de intense oranje kleur van een tijger en haar lange krullende lichte manen. Zo bekijkt hij haar even, hoe het licht van de maan op haar vacht speelt en een licht briesje door haar manen streelt. Dat hij zich tot haar aangetrokken voelde was iets wat al enige tijd tot hem door had gedrongen, al voor deze hele ontmoeting zich af had gespeeld, hij had haar eerder gezien en was bevangen door haar schoonheid, maar eveneens door de brutale en zelfverzekerde lach rond haar lippen. Haar zelfverzekerdheid die hem vandaag de kop had gekost, hij lacht zachtjes en legt zijn hoofd op zijn voorbenen neer, zijn ogen nog steeds gevangen door haar op en neer wuivende manen. Hij had al enige dagen niet geslapen, en hij zou het ook niet proberen, de nachtmerries die nog vers op zijn hoornvlies getekend staan waren genoeg voor het daglicht, hij had geen verfrissende herinnering nodig. Hij kon wel enkele dagen zonder slaap, daarnaast was het ook niet verantwoordelijk om nu in slaap te vallen, de schimmen lagen op de loer en hij wilde niet dat ze beslopen werden in het hulst van de nacht, daarnaast wilde hij haar ook niet een nog erger trauma geven van vandaag; zijn act was meer dan genoeg. Hij komt overeind, strekt zijn benen en schud zijn manen los over zijn hals. Een zachte bries verlaat zijn lippen en de mist krult omhoog richting de sterrenhemel. Een meter bij Morrow vandaan laat hij zich weer door zijn benen zakken en staart naar de sterren, de kleine lichte puntjes die in het niets vallen bij de grote maan die een blauwe schijn over de grot legt. Zo blijft hij een tijdje staren en dagdromen, totdat de eerste zonnestralen zich laten zien en hij in een diepe slaap valt. - - - - Gekletter van hoeven, een dikke rode vloeistof die langs zijn benen omhoog kruipt, hij wilt schreeuwen maar er komt geen geluid uit zijn mond. Zwarte schimmen die zich rond zijn lichaam verzamelen, hem vernederende woorden toeschreeuwen, vanaf boven neerkijken op het graf waarin ze hem hebben gelegd, alle gezichten van hengsten en merries die hij heeft vermoord. De ogen van Issys boren zich in de zijne en badend in het zweet word hij wakker. Zijn ademhaling is kort en zijn ogen gaan schichtig over de ruimte, de koude grot met zijn dampende warmwaterbron. Hij wilt zijn hoofd weer neer leggen als hij beseft dat het drukkende gevoel tegen zijn lichaam er niet wat toen hij ging slapen. Hij draait zijn hoofd en laat zijn ogen glijden over Morrow, welke tegen zijn lichaam aangenesteld ligt. Het moment duurde misschien maar een fractie van een seconde, want zacht gemurmel verlaat haar lippen en voor hij het goed en wel door heeft staart hij in haar groenblauwe, zeer geschokte ogen. Haar krullende witte manen liggen verwilderd op haar voorhoofd, ze zag er bijna schattig uit als hij even de woede vergat die zich langzaam over haar gelaat verspreidde. Bijna direct duwt ze zichzelf bij hem weg en E’vesdar voelt hoe de leegte plaats maakt voor een koude vlaag wind. Haar stem is nog schor en haar woorden klinken verward. E’vesdar draait zijn lichaam bij haar vandaan, vangt net een glimps van haar afgewende beschaamde blik, en richt zich dan op. Eenmaal staande schud hij kort zijn lichaam en strekt zijn benen. ‘Het was niet mijn bedoeling geweest om zo wakker te worden’ Mompelt hij wat binnensmonds terwijl hij beseft dat dat misschien wel was wat hij had gewild. ‘Mijn excuses..’ Hij schraapt zijn keel en kijkt wat ongemakkelijk naar de wuivende groene boomtoppen. God, wat wilde hij graag naar buiten, en het liefst voordat Morrow in furie ontstak. Rise and rise again, until lambs become lions | |
|
| | | SoulmadeMorrow
Profile Number of posts : 829
Contact | Onderwerp: Re: Facing fading feelings zo 9 sep 2012 - 21:19 | |
| De grond onder haar lichaam was zacht. Het had zo lekker gelegen voordat ze wakker was geworden, nog onbewust van het lichaam waar ze zich zonder kennis tegen genesteld had. Het maakte niet uit dat deze omgeving onbekend voor haar was, dat het gezelschap haar eerder had proberen te vermoorden. Alsof dat slechts kleine details waren die er niet toe deden, vervaagden ze van haar denkbeeld tot minderwaardige irritaties waarvoor ze geen moeite meer deed om aan te denken. De ontspanning was zo nieuw. Op het punt waar ze zich normaalgesproken onrustig op haar hoeven zou hijsen, lag ze stilletjes na te dommelen, het fluitende orkest van vogels ergens boven haar in de achtergrond en gedachtes op nul. Ze had hier eeuwig door kunnen slapen.
Ze realiseerde het terwijl ze vaag naar hem opgekeken had - Dacht ze, want de blik in zijn ogen was nieuw en bracht haar van haar normaal zo standvastige stuk, zelfs al wist ze al dat de hengst sowieso een niet te volgen imbeciel was. Vreemd genoeg leek dat op het moment niet uit te maken. Daarnaast hielp het feit dat ze nog niet helemaal wakker was ook niet mee. De impulsieve reactie van haar lichaam verbaasde zelfs háár toen ze half spastisch van hem wegschoof en eenmaal op bepaald afstand van E'vesdar zat, ietwat oncomfortabel. Op haar wang bijtend en nogmaals concluderend dat het niet allemaal maar één verschrikkelijke boze droom was, staarde ze wezenloos naar het mos voor haar hoeven voordat ze weer zo terug bij tijd was dat ze haar kop omhoog durfde te trekken om hem aan te kijken. Hoe het ook was gebeurd, hij had een grote fout begaan. Vieze perv, hoe dúrfde hij! Een merrie die hij niet eens kende zo in verwarring te brengen door haar eerst te redden, gevolgd door een poging tot moord, waarna ze samen een paar vierkante meter mos hadden gedeeld? Zónder dat ik ook maar de mogelijkheid had gekregen om het af te wijzen! Het was bespóttelijk, schandálig, zelfzúchtig! Iets wat een hengst van zijn standaard niet eens aan hoorde te dénken! Wat ging er toch om in dat rare hersenpannetje van die gestoorde perenkop! Het was absoluut iets wat ze niet zomaar ongestraft kon - en zoú laten gebeuren, …probeerde ze de woede in haar hoofd een vastere, tastbaardere vorm te geven. Het werkte alleen niet zo goed. Het hupste en het sprong, en ze leek er maar geen vat op te kunnen krijgen. Ondertussen was de hengst alweer opgestaan, rekte zich uit alsof dit voorval hem niets deed. Hem wellicht zelfs dagelijks overkwam. Vlegel dat 'ie was. Ze snapte niet waarom zij hem zelfs maar enkele miliseconden aardig had gevonden. Haar mond voelde droog aan alsof de woorden die haar mond normaal gesproken opvulden nog eens extra wilde laten blijken dat ze er niet voor haar zouden zijn vandaag. Terwijl ze zichzelf op hoorde te jutten en op zou moeten staan om hem eens een flinke preek te geven, voelde ze zich daar alles behalve toe instaat; In plaats daarvan voelde ze zich hulpeloos en ontzettend kwetsbaar. Alsof hij haar stilzwijgen desondanks op magische wijzen had omgezet in zinnen, vulde zijn nonchalante woorden, zich als een schild tegen haar - zo had ze gedacht - onzichtbare haatgevoelens (omdat hij haar in een situatie als deze had gesleurd) opzettend, de ruimte: "Het was niet mijn bedoeling geweest om zo wakker te worden." Hoé... Ze staarde hem aan, nog steeds vanaf de grond, onbegrip in haar nu toch wel hatelijke blik sidderend. Hoe kón hij er... er zo gemakkelijk over doen terwijl zíj helemaal omgewoed werd vanbinnen. "Mijn excuses..." Plotseling leek het moment de emoties van de vorige avond te absorberen, zich binnen in haar op te zwellen bij de rest van haar onwetende kwesties. Het was chaos. Ze snapte er níks meer van. Wáárom? wilde ze vragen. Hoé? Wat gebeurt er? Wat gebeurde er gisteren? Wat in gódsnaam was die panter en waarom had hij haar willen vermoorden? Beduusd staarde ze hem aan. Ze had nog nooit een hengst ontmoet die zoveel vragen in haar had doen opkomen. E'vesdar had haar totaal uit haar oersaaie, maar vertrouwde dagritueel gerukt. Het voelde vreselijk verwarrend en eng.
Ze had geen woorden, dus probeerde ze al haar gevoelens, haar vragen, haar trots, haar vernedering en spijt op de één of andere manier in haar blik te laten weerspiegelen. Haar hersens rookte spuugde terwijl ze zich langzaam op haar benen hees. Een stilte viel terwijl ze in zijn oranje ogen staarde die vreemd genoeg van alles en nog wat tegen haar probeerde te zeggen, leek het wel. Maar ze had er geen zin meer in. Ze stapte naar de muur rechts van haar, op de één of andere manier wetend dat daar de snelste uitgang naar het Minanter zat. Zonder om te kijken haastte ze zich door een opening, een donkere gang in, daarbij de ruimte die haar enkel verwarring had gebracht achterlatend. Op goed geluk de instructies van gisteren in haar hoofd herhalend, kam ze uiteindelijk terecht bij een overwoekerde doorgang. Door de lichte spleetjes scheen helder licht en op instinct duwde ze de lange klimop stengels aan de kant. Automatisch zoog ze een diepe teug verhelderend zuurstof naar binnen en stapte vervolgens in het vrije daglicht.
Snelle drafpassen dreunden op het bospad. Ze wilde dit stuk van het woud zo snel mogelijk achter haar laten, had ze besloten nu ze weer beschikte over een normale manier van rationele beslissingen maken. Ze had het bovendien net even uitgeprobeerd en was er achtergekomen dat ze ook weer normaal kon praten. Het zal dus wel aan die verdraaide grot gelegen hebben, hield ze zichzelf koppig voor.
Ondanks de frisse lucht duurde het niet veel passen voordat haar gedachtegang weer terugkeerde naar de hengst, E’vesdar. Wellicht had hij geprobeerd haar te vermoorden, maar als ze dat opwoog tegen de keren die hij haar had gered leek het plots zo… onbelangrijk. Hij had haar beschermt. De kwade geesten voor haar op afstand gehouden. Blauwe maan, een periode waarop ze normaalgesproken nachtenlang vastzat in nachtmerrie na nachtmerrie… Was toch zo zorgeloos ingedommeld als een jong vogeltje in een nest… Misschien had de wereld om haar heen gelijk, misschien was ze inderdaad maar een zielige, weerloze merrie die niet voor haarzelf hoorde te zorgen. Juist daarom had ze altijd het gevoel gehad alsof ze het tegendeel moest bewijzen, wetend dat ze altijd kon rekenen op de eeuwige vlammen in haar versteende hart die steeds wéér en wéér haar standvastigheid en trots in stand hield. Maar als ze nu echt eerlijk was tegen haarzelf... Wás ze wel in staat om deze harde wereld alleen aan te kunnen? En zo ja, hoé? Ze kon niet tegen zichzelf liegen. Het was niet zijzelf die haar van de wolven had gered, net als dat het niet zíj was die op eigen krachten boven het ijskoude wateroppervlak was gekomen bij de waterval. De plotse drang om hem te bedanken voor zelfs maar zijn aanwezigheid, maakte dat haar lichaam voordat ze het zelf helemaal door had een rechtsomkeert maakte. Alsof er een nieuwe wereld voor haar was open gegaan rende ze terug naar de struiken die de ingang verhulden en worstelde zich er opnieuw doorheen. Ze wilde hem bedanken. Ze wilde hem nog één keer zien voordat ze terug zou gaan naar het Orlais om te zeggen dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. (Of in ieder geval iets in die trant.) Ze liep terug naar de ronde opening in de grot, zag echter al direct dat de ruimte er hetzelfde uitzag als toen ze hem eerder die vorige avond aantroffen: Leeg.
|
It flew away from her reach So she ran away in her sleep
|
|
| | | |
Soortgelijke onderwerpen | |
|
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |
|