IndexHandbookMapLaatste afbeeldingenRegistrerenInloggenZoeken

Deel

Never far behind {Faylice}

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden
AuteurBericht
Banaan

Banaan

Profile
Number of posts : 1356
Status : Active
Never far behind {Faylice} Vide

Contact
BerichtOnderwerp: Never far behind {Faylice} Never far behind {Faylice} Emptyvr 1 maa 2013 - 21:00

Vestival
i'm sending you a message
De wind joeg woest door de dennen en sparren die in het Minanter stonden, voor eeuwig gedoemd tot stilstaan, nooit de vrijheid van het bewegen voelen, het gevoel van hardwerkende spieren onder je huid ervaren. Ik opende mijn heterochrome ogen, bruin en blauw, en blikte op de rustig grazende kudde in het dal. Vanaf deze helling had ik perfect uitzicht en kon zo gevaar van veraf zien aankomen. In de verte zag ik het gevlekte patroon van Qzarina, de leider van rang één. Het was me een eer dat zij mij als haar bèta had uitgekozen, en niet een andere hengst of merrie. Ik keek vredig toe hoe veulens elkaar achterna gingen, zich nog niet bewust van het donkere gevaar dat hier huisde, dat ze zich in de laagste rang van alle rangen bevonden, en dus het meeste gevaar opliepen. Een zucht verliet mijn halfgeopende, witte lippen. Ik wilde al het nieuwe leven behoeden van Avanti en zijn stelletje schimmen. Voor haar, de paarse roanmerrie die mijn hart had veroverd. Faylice. Ik was ervan op de hoogde dat haar vader Thriumph op haar aasde en ooit kon toeslaan, het moment onaangekondigd. Daarom had ik ook het liefst dat mijn merrie zo snel mogelijk hogerop kwam. Alleen in rang vier zou ze volledige bescherming verkrijgen, al zou ze straks onder Skyfalls en Ossyroks hoede ook veilig zijn, in ieder geval veiliger dan in mijn rang. Hoewel ik haar met moeite naar de tweede rang zag gaan, was dat het enige wat ik op dit moment het liefste wilde, haar in veiligheid hebben, me geen zorgen meer hoeven te maken of ze de nacht wel zou redden en ik haar morgen weer levend zou zien.

Ik zette mijn grote gedaante in een draf met veel souplesse en draafde kalm de heuvel af, waarna ik me bij het gezelschap van de kudde voegde. Enkele paarden keken op en begroette me zachtjes door naar me te hinniken. Ik knikte enkel vriendelijk en vervolgde mijn weg weer door het Minanter. Ik was geen hengst die uren kon stilstaan, nee, ik hield van beweging, de wind in mijn manen te voelen en de zon die mijn rug verwarmde. Dat was waar ik voor leefde, zonder die dingen zag mijn leven er vast veel troostelozer uit. Nou ja, niet helemaal dan. Zonder Faylice zou mijn leven er pas kleurloos eruit zien. Ik kon niet zonder haar, ze was mijn alles, mijn zielsverwant en geliefde.

Ik nam een hazenpaadje, klom hogerop de bergen in, ervoer hoe de stenen zich in mijn hoeven boorden en vervolgens weer loslieten. Naarmate ik de top bereikt had, was ik doorweekt van het zweet en schuim tekende zich af op mijn vacht. Ik remde af, liet mijn blik over het diepe U-dal glijden en dwaalde vervolgens af met mijn gedachten. Verschillende, bekende gezichten raasden door me heen. Adelin, Faylice, Vester, Karah en Dahlai. De enige paarden die een rol in mijn leven speelden, sommige sinds enkele dagen of weken, anderen al jaren, zo niet mijn gehele leven al. Mijn ogen gleden naar de strakblauwe lucht, mijn hersenen registreerden een arend die met een snoekduik een vis uit het kleine bergmeertje viste en ermee achter de wolken verdween. Soms vroeg ik me af hoe het was om te kunnen vliegen. Stiekem droomde ik er altijd al van om ooit met mijn eigen vleugels door het luchtruim te suizen, op de druk van de luchtstroom. Langzaam sloot ik mijn oogleden en droomde over andere tijdperken, werelden en paarden. Wat als ik hier nooit was gekomen, dan had ik de liefde van mijn leven nooit ontmoet en was ik nooit bèta geworden. Maar dan was ik ook nooit die schimmen tegen het lijf gelopen, waardoor mijn toekomst onzeker is.

Ik draaide mijn gevoelige oren voorwaarts toen het gestrompel van hoeven hoorbaar werd. Mijn hart begon sneller te kloppen, het bloed sneller door mijn aderen pompend. Ik herkende haar hoefstappen uit duizenden. Fay.. Bliksemsnel opende ik mijn ogen, sprong in galop en joeg mijn ogen de omgeving in. Waar was ze en waarom strompelde ze? Een blauwpaarsige gestalte doemde aan de horizon op, ongeveer honderd meter van mij vandaan. In enkele seconden overbrugde ik die meters, alleen al om zo snel mogelijk bij haar te zijn. Ik maakte een slippende uithaal en kwam eindelijk tot stilstand. Ik schrok toen ik de wonden op haar kleine lijf zag rusten. Ik voelde mezelf woest worden vanbinnen. Wie had haar dit aangedaan? Diep in mijn hart wist ik het antwoord al, maar ik ontkende het koppig. Ik had gefaald, alweer. Ik had haar moeten beschermen, bij haar moeten blijven tijdens de blauwe maan. Nee, wat deed ik tijdens blauwe maan? Rondhangen met een andere merrie, die toevallig ook bescherming nodig had gehad, maar toch. ‘Fay, wie heeft je dit aangedaan?’ sprak ik fluisterend, vol ongeloof en klaargestoomde woede. ‘Diegene zal het bekopen met zijn leven, no matter what.’ gromde ik erachteraan. Er kwam bijna letterlijk stoom uit mijn neusgaten. Ik was kwaad, kwaad op mezelf en op degene die haar dit had aangedaan. Aan de andere kant voelde ik ook verdriet en afkeer, afkeer jegens mijzelf. Ik had gefaald, ik was geen goede bèta als ik niet eens mijn eigen partner kon beschermen. ‘Het spijt me, Fay. Dat ik je niet heb kunnen beschermen. Vanaf nu verlies ik je geen seconde meer uit het oog.’


Terug naar boven Ga naar beneden
Bo

Bo

Profile
Number of posts : 2551
Status : Active
Never far behind {Faylice} Vide

Contact
BerichtOnderwerp: Re: Never far behind {Faylice} Never far behind {Faylice} Emptyza 2 maa 2013 - 16:59


Faylice stapte met haar ranke lichaam uit het bos, haar hoeven wisten haar nog net in het zonlicht te krijgen, strompelend, bloedend uit haar neus, oren en uit haar wonden. Met elke spier die ze zou aanspannen zou ze een immense pijn ondergaan, elke stap weer viel ze bijna flauw. De stralen die in haar pupillen vielen lieten ze haar ogen dichtknijpen. Het was zo fel, zo helder, ze had twee weken in totale duisternis geleefd, niks gegeten, niks gedronken. Niet geslapen. Ze durfde niet te slapen, voor de nachtmerrie's die bij elke keer dat ze haar ogen sloot, ookal was het om te knipperen, zag ze de beelden zo weer verschijnen, Xariv, Thriumph, haar bloedeigen vader, ze had ervaren wat voor een monster dat was.

Uren liep ze door, zonder iets te drinken of te eten, ze wilde naar haar hengst Vestival, zonder hem kon ze niet leven en hij was diegene die het waard maakte. Haar stembanden draaiden overuren doordat ze bijna gilde van het hinniken wat ze om de 3 meter had gemaakt. Elke keer weer bracht ze haar neus trots omhoog en liet ze de lucht door haar stembanden heen ontspappen. Liep door zonder ook maar een schijntje energie, zonder achterom durven te kijken, zonder verder durven te leven. Ze hadden haar leven genomen zonder haar het licht te laten zien, het enigste wat ze nog had was Vestival, en een dikker wordende buik. Het veulen had het overleefd maar ze wist niet of die van Xariv was. Doodsbang was ze daar echter voor. Ze wist dat ze een spelletje aan het spelen waren. Ze kwamen elke blauwe maan terug om haar weer hetzelfde aan te doen, met daarbij de hoop dat ze ooit het leven op zou geven en zich van de kliffen probeerde te gooien. Alhoewel ze dan ter plekke haar zouden vermoorden. Het zieke spelletje liep verder en ze wist dat de 2 ijsblauwe ogen naar achtervolgde en vanaf de diepste duisternis op haar neerkeken. Hoe wist ze niet, maar het moest, ze hadden al haar bewegingen in zich opgenomen. Ze zouden erom lachen. Ze verbijt zich hevig als de wind speelt met de pijn als die in haar wonden komen. Verbijsterd hoeveel pijn zoiets kon doen stapte Faylice verder, verder naar het Minanter, dat was waar haar hoeven zich naartoe brachten. Waar haar hengst was.

Strompelend stuitte ze zich op de hoge bergen die zich boven haar hadden laten zien. Een groot open veld stond ertussen. Haar ogen speurend naar die van Vestival, haar neus snoof bij elke pas hevig in om haar verder te brengen en om meteen alle mogelijke geuren in zich op te nemen. En daar hief ze haar hoofd weer hoog om opnieuw te hinniken. Stilstaan kon ze niet, dan zou ze omvallen en haar hersenen naar de bewusteloosheid helpen. Haar oren werkten als radars speurend naar de geluidstrillingen die zich door de lucht bewogen. Of door de grond. En daar voelde ze het, door haar pijnlijk hoeven heen. Haar hoofd schoot omhoog, haar oren naar voren. Een galop bracht haar hoeven weer verder. Ze kon niet meer, was dood, op. Maar ze moest naar Vestival, ze herkende de hengst zo duidelijk lopen. Als er een sillhouett verschijnt aan de horizon hinnikt Faylice nog eens zo hard als ze kan, en dat ging hard. Het lijkt of er uren verstrijken voordat de half witte hengst bij haar is. Haar ogen zochten automatisch de weg in de zijne waarna die verdronken. Haar witte oog niet verscholen dit keer. ‘Fay, wie heeft je dit aangedaan?’ Waren de woorden van Vestival, wat hij zei verstond ze niet eens, maar de stem die hij had was zo herkenbaar. Onmisbaar. Ze hield ervan, het streelde haar ziel. ‘Diegene zal het bekopen met zijn leven, no matter what.’ Waren zijn volgende woorden, maar ze wist dat Thriumph niet dood kon, evenals de andere schimmen. Het was lief, maar onmogelijk. Haar neusje ging richting de zijne en stootte het zacht aan, wat bloed achterlatend. ‘Het spijt me, Fay. Dat ik je niet heb kunnen beschermen. Vanaf nu verlies ik je geen seconde meer uit het oog.’ Sprak de hengst die half bruin, half wit was. Geen seconde dacht ze na over haar woorden, zacht, met haar fluwelen stem bracht ze tenminste wat uit. "Oh Ves, je bent er nu, het maakt niet uit. Ik val niet te redden." Erna kwam er een snik over haar lippen terwijl ze besefte dat ze stilstond. En haar lichaam haar kracht had verloren. Ze brengt nog 2 passen naar Vestival en valt daarna tegen de hengst aan, zwarte vlekken voor haar ogen dansend. Waarna het tot haar grootste angst donker word voor haar ogen.


Ze gaat niet dood : }
Terug naar boven Ga naar beneden
Banaan

Banaan

Profile
Number of posts : 1356
Status : Active
Never far behind {Faylice} Vide

Contact
BerichtOnderwerp: Re: Never far behind {Faylice} Never far behind {Faylice} Emptyzo 3 maa 2013 - 13:19

Vestival
i'm sending you a message
Moeder Natuur stuurde de wind zuidwaarts, dit keer recht in mijn gezicht, de lange lokken uit mijn gezicht blazend. Normaal gesproken had ik hier met volle teugen van genoten, maar nu niet. Al mijn aandacht ging op dit moment naar Faylice. Mijn blik kruiste de hare. Ik probeerde haar blik vast te houden, voor zolang dat dan kon. Haar kleine, zijdezachte neus bewoog richting de mijne, drukte ertegenaan en liet een spoor van bloed achter. Het deed er niet toe of mijn vacht nu vies werd, alles wat ik nu wilde - hoopte - was dat Faylice niks mankeerde en dat dit allemaal een nachtmerrie was. Een nachtmerrie die griezelig echt leek. Ieder detail nam ik waar, té goed nam ik het waar. Dit kon geen nachtmerrie zijn waaruit ik ieder moment kon ontwaken, nee, dít was echt. De harde waarheid drong tot me door, al die tijd had ik in een half verdoofde toestand tegenover de merrie gestaan, zonder echt iets te doen, alleen maar vloekend op de onbekende dader. Haar woorden wekten me uiteindelijk, ‘Oh Ves, je bent er nu, het maakt niet uit. Ik val niet te redden.’ Een snik verliet haar toegetakelde lijf. Ze zette twee passen richting mijn plek, waarna ze tot mijn grote schrik tegen me aanviel en haar ogen sloot. Door het plotselinge gewicht dat tegen me aan kwam, begon ik te wankelen. Met alle kracht die ik in me had probeerde ik overeind te blijven, wat na een gevecht van enkele minuten ook het geval was. Kleine, glinsterende zweetdruppels parelden over mijn voorhoofd, hun weg naar beneden vindend. Even dacht ik dat ik ook flauwviel, maar verbande die gedachte snel uit mijn systeem en richtte mijn volledige aandacht op de bewusteloze merrie die door mijn geklungel van net naar de grond was gezakt. Ik zette grote ogen van bezorgdheid en angst op. Zonder na te denken liet ik mijn grote tweekleurige gedaante naast haar zakken en legde haar lichaam tegen de mijne aan zodat ze niet helemaal op de harde zandgrond lag. Ik keek naar haar wonden op haar buik en het viel me op dat die lichtjes uitstak. Toen ik haar voor het laatst gezien had, was ze slanker geweest. Verward schudde ik even mijn hoofd, ik had het me vast verbeeld.

Mijn neus werd naar haar hals gebracht en daar zachtjes neergelegd. Mijn manen bedekten mijn gezicht en een gedeelte van haar geschaafde hals. Tranen prikten achter mijn oogkassen, schreeuwend om vrijheid, vrijheid die ze nooit zouden krijgen. Het had nu weinig zin om emotioneel te gaan lopen doen, Fay had er bovendien niks aan. ‘Fay, wordt wakker, please. Ik hou van je, ik kan niet zonder je. Kom op lieverd, je bent de sterkste merrie die ik ken, laat je niet kisten. Je kan het, hou vol. Ik ben bij je.’ sprak ik haar bemoedigend toe, op fluisterend toon. Mijn neus vond zijn weg omhoog en bleef bij haar oren hangen. Mijn rustige ademhaling blies kleine beetjes warmte naar haar kleine oortjes. Het kabbelende geluid van water drong mijn oren binnen. Heel voorzichtig, haar niet proberend te verwonden, stond ik op en keek zoekend rond met mijn heterochrome ogen. Als Faylice straks misschien sterk genoeg was kon ik haar naar het water brengen om haar wonden te verzorgen.

Mijn blik werd nog steeds op zoektocht uitgestuurd door mijn hersenen, tot ze wat gevonden hadden. Ik zette mijn lijf in beweging en liep enkele meters tot ik vond wat ik zocht; verzachtende kruiden. Misschien konden ze helpen bij het verlichten van Faylice’s pijn. Twijfelend bleef ik even naar hun rode bloemen kijken, in tweestrijd met mezelf over de allesbeslissende keuze. Uiteindelijk plukte ik ze zonder er bij na te denken en liep er mee naar de merrie. Voor haar stopte ik, mijn hoofd naar beneden kantelend. Voorzichtig smeerde ik de bloem uit over al haar grote wonden. Af en toe dansten er zwarte vlekken voor mijn ogen door het etterende pus dat uit de verse wonden sijpelde. Mijn half witte, half bruine gestalte plaatste zich weer naast de bewusteloze merrie om haar zoveel mogelijk ondersteuning te bieden. ‘Niemand zal je ooit nog met één tengel aanraken, daar zorg ik persoonlijk voor.’ mompelde ik binnensmonds, meer tegen mezelf dan Faylice. Mijn hoofd ruste op haar nek, maar haar niet teveel belastend zodat ademhaling geen kwelling werd. Ongewild liepen de zoute tranen nu toch over mijn wangen. Ze rolden van mijn gezicht en maakten een tragische snoekduik naar beneden, om vervolgens op de roanvacht van Faylice uiteen te spatten. ‘Fay.. laat me niet alleen..’ snikte ik door mijn tranen heen, mijn neus even tegen de hare duwend. Het kon niet, het mocht niet. Ze droeg immers mijn veulen. Als zij zou overlijden, dan het veulen ook. Twee levens minder in BMH. Ik nam in ieder geval aan dat het mijn veulen was dat ze bij haar droeg, voor hetzelfde geldt kon het van een andere hengst.. of schim zijn. Ik schudde mijn hoofd. Zo mocht ik niet denken. ‘Please, wake up Fay.’ hakkelde ik met mijn slechte Engels. Ik sloot mijn ogen, om ze weer te openen zodra zij ook wakker zou worden.


Terug naar boven Ga naar beneden
Bo

Bo

Profile
Number of posts : 2551
Status : Active
Never far behind {Faylice} Vide

Contact
BerichtOnderwerp: Re: Never far behind {Faylice} Never far behind {Faylice} Emptyzo 3 maa 2013 - 18:33


Faylice had haar ogen net gesloten omdat ze haar bewusteloosheid niet meer kon bevestigen maar de verschrikkelijke beelden springen weer voor haar netvliezen. Het lijkt of het allemaal vertraagd is. Alles is vaag maar zo echt. Zo raakbaar. Haar ogen vergroten zich als ze de hengst op haar af ziet komen. De zoete geur van haar hengstigheid had zich in de grot gewaand en daarmee had ze het grote lijf van de witte schim naar haar achterhand zien gaan. Waarna de grote neus haar staart opzij had geduwt en het allemaal gebeurde. Ze had de grote slachttanden in haar schoft gevoelt, ze gingen door haar malse rugspieren heen. Zijn te zware gewicht op de hare drukkend, die ervoor zorgde dat ze als een hoopje ineen viel, zodra hij verder ging met haar te martelen

Het volgende beeld schoot haar alweer naar voren, de witte schim had zich voor haar gevestigd. Een misselijk makende grijns stond op zijn lippen geschreven terwijl hij zijn hoektanden door haar hals joeg, net die fatale aders missend. Ze zou het weer uitschreeuwen van de pijn. Het dove gevoel van de droom was niet meer aanwezig. Het was realistisch en ze wist niet meer in welke wereld ze zich bevond. In een flits ziet ze de hengst aan de andere kant staan en zijn hoektanden in haar buik zettend. Zodat het veulen het hoogstwaarschijnlijk niet zou overleven. De schreeuwende klanken galmden door de grot. Waarna ze haar blik even naar die van Yacira liet glijden, maar die werd net zoals haar ernstig toegetakeld. De klanken maakte haar doof, ze hoorde niks meer, ze voelde intense pijn, maar alles wat ze schreeuwde kwam niet aan. Het werd niet gehoord. Ze hoorde het zelf nieteens meer, en terwijl Xariv haar zoetig toe bleef spreken terwijl hij haar toetakelde. En ineens werd alles doffer en begonnen de beelden zich door elkaar af te spelen, niks klopte meer. Een harde gil verliet haar haar keelgat, gevolgd door de lippen. Ze snoof de ineens verse lucht in en schrok in een klap wakker. Haar ogen nog zwart sprong ze op waarna ze na 3 passen weer instort. De pijn die haar wonden meegaf niet te verzwijgen. Langzamerhand werden de dansende vlekken voor haar ogen minder.

Eenmaal in helderheid zochten haar ogen automatisch naar die van Vestival. "Sorry.." stamelde ze. Ze liet haar gedachten afglijden naar het duistere, waar haar vader waarschijnlijk naar haar stond te lachen van leedvermaak. Ze wist het niet meer, niks meer. Ze schrikt lichtelijk als de hengst die zich zo hard had getoond de tranen de vrije loop liet en op dat moment besefte ze dat zij dat ook deed. Ze wilde niet meer knipperen, elke keer weer die verschrikkelijke herinnering. De beelden als ze haar ogen toe sloot. Ze wilde niet slapen, ze wilde niet knipperen, maar zichzelf van de kliffen af gooien kon ze Vestival niet aan doen en bovendien zouden die vreselijke schimmen dan ook nog hun zin krijgen. "Ikk hou van je Ves." Klonk er fluisterend naar de hengst toe terwijl ze voorzichtig probeerde op te staan, maar het lukte niet. Eenmaal dat ze haar achterhand eronder probeerde te zetten confronteerde de zwaartekracht haar weer en liet haar op het gras terug vallen. Even schrikt ze als ze haar wonden ziet, natuurlijk van hetgene dat ze diep en heftig zijn, maar ook van dat er nu rode blaadjes door verweven zaten, wat een lichtelijk irriterende pijn veroorzaakte. Daarna kijkt ze omhoog en ziet ze Vestival staan met het bloemetje nog half in de mond ziet staan. Een piepkleine glimlach vormt zich op haar lippen als bedank. "Ik ben het niet waard Ves.." Vervolgd ze haar woorden. Zacht fluisterend, haar fluwelen stem was weg, door dat hevige schreeuwen. Ze was op sterven na dood en had geen hoop, geen leven. Waarom zou een hengst zoals hij, die alle merrie's kon hebben dan nog bij haar blijven?

Terug naar boven Ga naar beneden
Banaan

Banaan

Profile
Number of posts : 1356
Status : Active
Never far behind {Faylice} Vide

Contact
BerichtOnderwerp: Re: Never far behind {Faylice} Never far behind {Faylice} Emptydo 7 maa 2013 - 19:46

Vestival
i'm sending you a message
Mijn hoofd rustte op haar paarskleurige roanvacht, wachtend op enig teken van ontwaking. Ik luisterde zwijgend naar haar ademhaling en telde de slagen van haar levende, liefdevolle hart. Ze was niet weg, nog niet althans. Ik voelde de warmte die haar lichaam naar mij uitzond, de betekenis die ze voor me had. Ik dacht aan Adelin, zij was ook zo warm en zacht geweest als Faylice nu was. Geruisloos bleven de zoute tranen over mijn wangen rollen; mijn traanbuizen waren nog niet van plan om daarmee te stoppen. Mijn oren prikten in de droge lucht, toen ze de merrie wat hoorden zeggen. ‘Sorry..’ kwam er stamelend uit haar keel. Haar lichaam schokte even zachtjes, waardoor wist ik niet één, twee, drie. Misschien door de druppels die op haar vacht gleden en het donkerpaars kleuren. ‘Ik zou jou mijn excuses moeten aanbieden. Ík was degene die je had moeten beschermen, maar ik.. was er niet voor je.’ antwoordde ik, mijn stem klonk harder dan ik had gewild. Gefrustreerd stond ik en liep – met het rode bloemetje nog tussen mijn witte lippen – een meter bij haar vandaan, mijn blik oostwaarts gericht. Ik liet mijn hoofd geleidelijk aan zakken tot iets hoger dan kniehoogte, mijn ogen gesloten. ‘Ik hou van je, Ves.’ fluisterde Faylice. Ik antwoordde niet terug met ‘ik ook van jou’. Natuurlijk hield ik wel van haar, zielsveel en vol hartstocht, maar op dit moment vond ik mezelf niet waardig genoeg om het recht in haar ogen te zeggen. Ik had gefaald, ik was een geboren faler. Eerst had ik mijn moeder niet van de dood kunnen behoeden, en nu Fay die op de richel van leven en dood balanceerde.

Ongewild – juist op dít moment – dwaalden mijn gedachtes af naar de toffeekleurige merrie die ik menig tijd geleden had leren kennen. Dahlai. Ze was bijzonder, ik voelde het, tegen mijn zin gaf ik het toe dat ik haar meer mocht dan een standaard merrie. Natuurlijk zou ze Faylice nooit overtreffen, Fay was mijn alles, niets zou ooit tussen ons komen, daar zorgde ik persoonlijk voor.

‘Ik ben het niet waard, Ves..’ De woorden kwamen als een fluistering in mijn scherpe, oplettende gehoor aan. De melodieuze klank was eruit verdwenen. Een zorgelijke rimpel vormde zich tussen mijn heterochrome ogen. Ik keerde mijn sterke, gespierde lijf naar de prachtige, nu gewonde, merrie. ‘Waarom zou jij het niet waard zijn, Fay? Je bent lief, mooi en bovenal geschonken met een gouden hart. Je had zelfs een betere, zorgzame hengst kunnen krijgen als je had gewild..’ fluisterde mijn zachte, mannelijke stem. ‘En bovendien ben jij de enige merrie waar ik mijn hart aan verloor. De enigste, beeldschone merrie van de hele wereld waar ik ooit van zal houden.’ Ik stapte naar haar toe en stopte het overgebleven, rode bloemetje achter haar sierlijke oortje. Ik drukte mijn half-witte hoofd liefdevol tegen de hare. ‘Ik ben zo blij dat je nog leeft. Ik weet niet wat er van me geworden was als je dood zou zijn geweest.’ hakkelend bracht ik haar de moeilijke woorden, die me meer pijn deden dan ik had verwacht. Met tegenzin verwijderde ik mijn hoofd van de hare en keek diep in haar tweekleurige ogen. Zoals altijd verbaasde ik me over de schoonheid die erin lag. Moeizaam hield ik mezelf er boven water, hopend om in het diepblauwe en witte van haar kijkers te verdrinken. ‘Denk je dat je sterk genoeg bent naar de kreek verderop te lopen? Je moet wat drinken.’ sprak ik zacht, maar duidelijk en consequent. Vanaf nu week ik geen seconde meer van haar zijde tot ze weer volledig hersteld was.




Terug naar boven Ga naar beneden
Gesponsorde inhoud



Profile
Never far behind {Faylice} Vide

Contact
BerichtOnderwerp: Re: Never far behind {Faylice} Never far behind {Faylice} Empty

Terug naar boven Ga naar beneden

Never far behind {Faylice}

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven
Pagina 1 van 1

Soortgelijke onderwerpen

-
» I will always return [&FAYLICE]
» Faylice
» Only the dead have seen the end of war [&FAYLICE]
» RANG EEN, Faylice
» RADIOACTIVE ~ Faylice

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Blue Moon Horses :: Never far behind {Faylice} A2tpGgU :: » Archive :: Minanter-
» CHATBOX