Triptune
Profile Number of posts : 1162
Contact | Onderwerp: Sleepless nights & city lights - Rimero wo 29 aug 2012 - 12:57 | |
| Een onheilspellende blauwe maan sierde de zwarte lucht. Menig paarden vond dat het iets betoverend had, ze vonden het beeldschoon ondanks de horror die het met zich meebracht. Kratos vond het meer dan enkel een prachtige verschijning, hij voelde het tot diep in zijn aderen. Het wekte een drang op, spoot hem vol met adrenaline en moordlust. Hij was in normale toestand niet zo imposant: Kratos stelde niet meer voor dan een gewone, zwarte fries. Maar eenmaal de maan blauw kleurde, pompte zijn lichaam zichzelf op, alsof hij te veel van die pilletjes had gepakt die je spieren geven zonder te sporten. De blik in Kratos ogen was niet meer zo ongeïnteresseerd, in tegen deel: hij keek elke seconde, dag en nacht, moordlustig rond, een drang om alles wat leefde te proeven. Hij hoorde hun bloed door hun lichamen ruizen en het maakte hem hongerig. Niet enkel dat, Kratos jaagde zichzelf ook zo op en was zo vol van verlangen dat zijn lichaam niet meer deed dan 24 uur op 24 zweet te produceren, hij stonk dus ook nog eens een uur in de wind. Ongemerkt in iemands buurt komen was dus niet aan hem besteed maar dat deerde hem niet. Hij wou ook niet onopgemerkt voorbij gaan, hij wou zichzelf laten zien, angst injagen aan hen die de rest van de maand zo vrolijk rond liepen. Zo gebeurde het dat dat hij deze nacht zichzelf in de kudde begaf. Normaal bleef in hij in de bossen en zou Kratos enkel hen aanvallen die hem toevallig tegen kwam. Deze blauwe maan was anders, hij wou zichzelf bewijzen tegenover Avanti. En tegenover zichzelf, dat vooral. Het was dan ook een ongelukkig toeval dat de hengst Rimero daar stond en Kratos zou aan zijn vingers likken van verlangen als hij die had. Damp steeg op van zijn doorweekte lichaam alsook kwamen er rookwolkjes vanuit zijn neus. Dit was geweldig, iedereen zou slim genoeg zijn om samen te hokken bij blauwe maan, wat deed deze hengst zo... 'Alleen,' kraakte Kratos' stem doorheen de stilte. 'Wat ben ja alleen.' verduidelijkte hij zichzelf. 'Heb je niets geleerd in de tijd dat je hier bent, Rimero?' Natuurlijk kende Kratos zijn naam, van alle schimmen was hij degene die iedereen bestudeerde, die informatie door speelde naar Avanti en het arendsoog had. Anders dan de andere moordenaars van de blauwe maan, kende hij zijn slachtoffers, luisterde hen af en brak vervolgens in in hun gedachten om ze onzeker te maken en wanneer ze niet opletten, dat zou het moment zijn dat hij zijn tanden in hun nek zette - of eender andere plek. 'Hoe is het met.. Wacht wat is zijn naam weer? Ohja..' Een smerige grijns sierde zijn gelaat. Mitch. Troost je, hij is een schim van niets, hij stelt bitter weinig voor. Maar een troost voor hem: jij stelt nog minder voor. Rimero zou vanzelf wel weten waar Kratos het over had: het veulen. "How fine you look when dressed in rage. Your enemies are fortunate your condition is not permanent; and you're lucky, too: red eyes suit so few." | |
|
|